De wetten van Newton

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

De wetten van Newton

De eerste wet van Newton

Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met een constante snelheid voort.

De eerste wet van Newton

Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met een constante snelheid voort.

De resulterende kracht is de som van alle krachten die op het voorwerp werken.

De tweede wet van Newton

Een voorwerp versneld in de richting van de resulterende kracht.
De versnelling is evenredig aan de massa.

F=m.a

De derde wet van Newton

Als voorwerp A een kracht uitoefend op voorwerp B, dan oefent voorwerp B een evengrote maar tegengestelde kracht op voorwerp A uit.

phet.colorado.edu

phet.colorado.edu

er werken twee krachten op een voorwerp, een van 5 N, een van 20 N.
Dan kan de resulterende kracht liggen:

1. tussen 5 N en 20 N
2. tussen 5 N en 25 N
3. tussen 5 N en 15 N
4. tussen 15 N en 25 N

Bekijk de volgende twee uitspraken:
1 Een kracht werkt altijd tussen twee voorwerpen.
2 De spankracht in een elastiek is hetzelfde als de veerkracht van dat
elastiek.

1. uitspraak 1 is juist
2. uitspraak 2 is juist
3. beide uitspraken zijn juist
4. geen van beide uitspraken is juist

Frank fietst met een constant snelheid van 8 m/s. De normaal kracht is 850 N en de spierkracht die hij levert is 500 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?

1. 0 N
2. 1350 N
3. 500 N
4. 850 N