Woordleer 4ASO (les 2.11 Frappant)

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Welke woordsoorten ken je nog?

De-woorden zijn mannelijk, het-woorden vrouwelijk en onzijdige woorden hebben geen lidwoord.

Helemaal juist!

Maar neen, wat zeg jij nu!?

Het schijnt dat de grote man een tas en een GSM gestolen heeft in de buurt van het park.

1. 4 lidwoorden
2. 5 lidwoorden
3. 6 lidwoorden
4. 7 lidwoorden

De klas ZAL flink studeren voor haar proefwerk Nederlands.

1. koppelwerkwoord
2. hulpwerkwoord
3. zelfstandig werkwoord

San was graag leerkracht GEWORDEN.

1. koppelwerkwoord
2. hulpwerkwoord
3. zelfstandig werkwoord

Welke soorten voornaamwoorden
ken je?

Zijn hond is écht SCHATTIG

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Bijwoord

Op deze ZONNIGE dag moet ik gelukkig niet gaan werken.

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Bijwoord

Zijn hond is ECHT schattig

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Bijwoord

Ik denk dat de leerkracht vorige week heel boos was op onze klas.

1. 1 bn, 1bw
2. 2bn, 2bw
3. 2bn, 1bw
4. 1bn, 2bw

Mijn blij verraste vriend lachte luid.

1. 1 bn, 1bw
2. 2bn, 2bw
3. 2bn, 1bw
4. 1bn, 2bw

Welke werkwoorden kunnen koppelwerkwoorden zijn?

Luister niet naar hem

1. Persoonlijk vnw
2. Bezittelijk vnw
3. Aanwijzend vnw
4. Vragend vwn

Ik stuur m'n mannen naar Rome.

1. Persoonlijk vnw
2. Bezittelijk vnw
3. Aanwijzend vnw
4. Vragend vwn

Laat me, Asterix

1. Persoonlijk vnw
2. Bezittelijk vnw
3. Aanwijzend vnw
4. Vragend vwn

Hij wist niet dat het boek verdwenen was.

1. het = bepaald lidwoord
2. het = onbepaald lidwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. persoonlijk voornaamwoord

"Dat is alles WAT ik weet", zei hij.

1. vragend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord

Persoonlijk
voornaamwoord

Onbepaald voornaamwoord

Bepaald lidwoord

Het heeft die dag geregend.

Dit krot is onbewoonbaar, het moet worden gesloopt.

De leraar vertelde het spannende verhaal aan de klas.

Oefeningen werkboek 

Pagina 100-102