1.5 het oog

1.5 het oog
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.5 het oog

Slide 1 - Diapositive

lesdoel, aan het einde van de les weet je :
  • hoe het oog werkt
  • hoe het oog scherp kan zien
  • de verschillen tussen staafjes en kegeltjes
  • hoe de kleuren van de regenboog onststaan
  • eigenschappen van infrarood en ultraviolet

Slide 2 - Diapositive

Het oog
doorsnede 2
2
doorsnede 3
3
inzoemen
4
doorsnede 1
netvlies(1), vaatvlies(2), 
glasachtige lichaam (3), 
gele vlek (4), blinde vlek (5), 
oogzenuw (6), oogspier (7), 
harde oogvlies (8), 
hoornvlies (9), iris (10), 
voorste oogkamer (11), 
lens (12), interne 
oogspier (13)
1

Slide 3 - Diapositive

Accomoderen

Slide 4 - Diapositive

Kegeltjes | staafjes
Je oog heeft cellen die gevoelig zijn voor licht. Deze cellen liggen in het netvlies. In het netvlies liggen twee soorten cellen die het licht op kunnen vangen namelijk kegeltjes en staafjes.

  • Met de kegeltjes kun je verschillende kleuren onderscheiden namelijk rood, groen en blauw.
  • De staafjes maken onderscheid tussen licht en donker.

Bij voldoende licht kijk je met het gedeelte in je oog waarin de meeste kegeltjes zitten, de fovea centralis, zodat je goed in detail kunt zien. Dit gedeelte is belangrijk bij lezen of kijken op je scherm. Is het minder licht dan kijk je met het gedeelte waarin de meeste staafjes liggen, je kunt dan toch nog verschillende voorwerpen goed onderscheiden.

Valt er geen licht op een voorwerp dan zie je niks. In een geheel verduisterde kamer kun je dus niets zien, er komt immers geen licht op de voorwerpen in die kamer en er kan dus ook geen licht in je oog komen.

 

 

Slide 5 - Diapositive

Kleurenspectrum
wit bestaat uit:
  • Rood
  • Oranje
  • Geel
  • Groen
  • Blauw
  • Paars
ook wel: 

Slide 6 - Diapositive

2 extra kleuren
Er zijn 2 kleuren die wij niet kunnen zien. Onze ogen zijn daar niet gevoelig voor. 
Infrarood: IR (staat boven rood in de regenboog) 
Ultraviolet: UV (staat onder violet in de regenboog)

Slide 7 - Diapositive

Infrarood     (voor het rood)
- warmte stralen, geven warmte
- alles geeft infrarode straling af, hoe warmer een voorwerp hoe meer straling
- Word gebruikt in bijvoorbeeld afstandsbediening
- word gebruikt in infrarode sensoren

Slide 8 - Diapositive

Ultraviolet-straling
Wat betekent de factor?

Slide 9 - Diapositive

maken 50 tm 62 op blz 34 tm 36

Slide 10 - Diapositive