BS 3.3 Biologie - ordening-dierenrijk

Ordening dierenrijk
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ordening dierenrijk

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt dieren indelen op basis van de kenmerken 'skelet' en 'symmetrie'
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk

Slide 2 - Diapositive

Ordening dierenrijk

Slide 3 - Carte mentale

Ezelsbruggetje
DR SK OF GS
Domein
Rijk
Stammen
Klasse
Orde
Familie
Geslacht
Soort

Slide 4 - Diapositive

Indeling soorten op aarde
Ingedeeld in rijken

Slide 5 - Diapositive

Indeling soorten op aarde
Ingedeeld in rijken

Soorten in het dierenrijk

Slide 6 - Diapositive

Cellen van dieren hebben:
Een celkern
Een celkern, celwand
Een celkern, celwand en bladgroen-korrels

Slide 7 - Sondage

Soorten in het dierenrijk
Cellen hebben allemaal:
WEL
- Celkern
NIET
- Bladgroenkorrels
- Celwand

Slide 8 - Diapositive

Soorten in dierenrijk
Ingedeeld in stammen op basis van twee kenmerken

Slide 9 - Diapositive

Soorten in dierenrijk
Ingedeeld in stammen op basis van twee kenmerken
- Symmetrie
  • Niet symmetrisch, tweezijdig symmetrisch, veelzijdig symmetrisch 

Slide 10 - Diapositive

Soorten in dierenrijk
Ingedeeld in stammen op basis van twee kenmerken
- Symmetrie
- Skelet 
  • Geen skelet, uitwendig skelet (pantser, schelp, huisje), inwendig skelet (schelp, geraamte) 

Slide 11 - Diapositive

Leren!
Herhaal de slides van ordening t/m geleedpotigen op classroom

Let goed op symmetrie en skelet per stam!
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Welke vorm van
symmetrie heeft een
kwal?
A
Geen symmetrie
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 13 - Quiz

Welk dier is géén neteldier?
A
Zeester
B
Zeeanemoon
C
Steenkoraal
D
Kwal

Slide 14 - Quiz

Welk dier behoort tot de stekelhuidigen?
A
Schorpioen
B
Zeekomkommer
C
Egel
D
Kwal

Slide 15 - Quiz

Ik ben tweezijdig symmetrisch en heb een inwendig skelet. Rara, wat ben ik?
A
Een geleedpotige
B
Een gewervelde
C
Een neteldier
D
Een stekelhuidige

Slide 16 - Quiz

Sponzen
Neteldieren
Weekdieren
Niet symmetrisch
(meestal) uitwendig skelet
Tweezijdig symmetrisch
(meestal) geen skelet

Slide 17 - Question de remorquage

Geleedpotigen
Gewervelden
Stekelhuidigen
Veelzijdig symmetrisch
Uitwendig skelet

Slide 18 - Question de remorquage

Gewervelden

Slide 19 - Diapositive

Gewervelden

Slide 20 - Carte mentale

Gewervelden
Hebben allemaal een inwendig skelet en een wervelkolom
Worden verdeeld in 5 klassen:
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren

Slide 21 - Diapositive

Gewervelden
Worden verdeeld in vijf klassen op basis van:
  1. Huid (schubben/slijm/haren/veren)
  2. Lichaamstemperatuur (warmbloedig/koudbloedig)
  3. Ademhalingsorganen (kieuwen/longen/huid)
  4. Manier van voortplanten (levendbarend/eieren)
  5. Leefomgeving (water/land/in de lucht)

Slide 22 - Diapositive

Welk dier kan door de
huid ademen?
A
Kikker
B
Schildpad
C
Vis
D
Slang

Slide 23 - Quiz

Ik ben koudbloedig, ik leg eieren en ik heb een huid bedekt met droge schubben. Welke schil hebben mijn eieren?
A
Geen schil
B
Harde, kalkachtige schil
C
Leerachtige schil

Slide 24 - Quiz

Welk dier is géén vis?
A
Haai
B
Dolfijn
C
Zalm
D
Blobvis

Slide 25 - Quiz

Welk dier leeft eerst in het water en daarna op het land?
A
Salamander
B
Hagedis
C
Krokodil
D
Zeehond

Slide 26 - Quiz

Welk dier is koudbloedig?
A
Dolfijn
B
Hagedis
C
IJsbeer
D
Pinguïn

Slide 27 - Quiz

Bedankt voor jullie bijdrage! Wat hebben jullie deze les geleerd?

Slide 28 - Question ouverte