H3 ch5 les 5 1920

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Klik op mij en luister!

Qu'est-ce que vous allez faire?

- répéter vocabulaire + verbe G

- expliquer grammaire I

- au travail

Apprendre

Hierna volgen een aantal vragen over de vocabulaire en het ww van bron G. Houd gerust je boeken erbij. Liever met spieken dan onzin invullen!!

Vertaal:
Le cheval blanc va perdre la course

Vertaal:
Faire une promenade c'est ennuyeux

Vertaal:
De zoon is beroemd.

Vertaal: De dochter brengt haar tijd door met grapjes maken.

Vul in: Elle ____ une jupe (présent, mettre)

1. met
2. mets
3. mettre
4. mettent

Vul in: Nous ___ une couverture (mettre, passé composé)

Vertaal: Ik legde
(mettre)

vertaal: Hij zal leggen (mettre)

Grammaire I - herhaling!

In bron I wordt alles over het bijvoegelijk naamwoord herhaald.

Geen nieuwe dingen, maar even weer alles opfrissen!

Het bijvoeglijk naamwoord

Wat weet je al over het bijvoeglijk naamwoord in het Frans?

Bij het invullen van een bijv nw moet je altijd aan 2 dingen denken:

vorm en plaats

Vorm

Dit is voor regelmatige bijvnw...

Vorm

En deze zijn onregelmatig...

• actif - active
• bon - bonne
• heureux - heureuse
• italien - italienne

Zorg dat je de onregelmatige vormen weer goed herhaalt en allemaal kent!

Plaats

La petite fille

le grand garçon

une fille italienne

un garçon intelligent

une belle fille

un garçon sympa

Wat valt op als je kijk naar de bijvoeglijk naamwoorden in de zinnen hiernaast?

Plaats

La petite fille

le grand garçon

une fille italienne

un garçon intelligent

une belle fille

un garçon sympa

Nu zijn de bijv nw onderstreept. Sommigen staan vóór het zelfstandig naamwoord en andere staan achter het zelfst nw.

Plaats

De regel / Het liedje....

gros beau bon joli

haut long vieux petit

jeune mauvais nouveau et grand

Ce sont les mots qui viennent DEVANT

Dit zijn de 12 bijv nw die vóór het zelfstandig naamwoord komen. Alle andere komen erachter.

DEVANT betekent 'ervoor'

Dus... /Donc....

Denk bij het schrijven van een bijvoegelijk naamwoord altijd aan 2  dingen: VORM en PLAATS !!

Avez-vous des questions?

laat het me weten via mail/Teams/Magister/ oid

0

Les devoirs

Faire:

I (31, 32), H (27, 28, 29)

Apprendre:

voca F + H

grammaire I

(Hw voor komende maandag!)