5.3 de komst van de fabriek

Leerdoel: ik kan uitleggen door welke uitvindingen de overgang van huisnijverheid naar het werken in fabrieken plaatsvond. 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel: ik kan uitleggen door welke uitvindingen de overgang van huisnijverheid naar het werken in fabrieken plaatsvond. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Slide 3 - Diapositive

Huisnijverheid
  • De meeste mensen werkten nog als boer, in de nieuwe steden vond je nijverheid en handel. 
  • Vanaf de 17e eeuw gingen boeren ook aan nijverheid doen, vooral de textielnijverheid. In hun vrije tijd werkten ze aan spinnen en weven in de boerderij. => dit noemen we huisnijverheid, boeren kregen grondstoffen van handelaren uit de stad, zij verwerkten die tot een product dat weer in de stad werd verkocht. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wevers en spinners
  • Textielnijverheid: spinnen en weven, maar arbeid en tijdsintensief. 
  • Gevolg: 1733 John Kay vond de schietspoel uit. Daarmee kon een wever de spoel sneller door de schering schieten en bredere stoffen weven. 
  • Probleem spinnen kon hoeveelheid voor wevers niet leveren. Gevolg: James Hargreaves vond de spinning jenny uit. Snel veel klossen draad op 1 machine spinnen. 

Slide 6 - Diapositive

  • De huisnijverheid bleef ondanks de schietspoel en de  spinning jenny bestaan. In de boerderij konden deze machines gewoon staan en gebruikt worden. Er kwam nu alleen meer, beter garen en meer stoffen. De boeren bleven leven en werken zoals ze altijd al gedaan hadden.

Slide 7 - Diapositive

Te doen.
Maken digitaal werkboek par 5.3 vraag 40, 41, 43, 47, 49, 50, 51, 52, 53. Bespreek met je buurman/buurvrouw vragen die je niet snapt of opnieuw moet maken.

Als je klaar bent ga je werken aan maken samenvatting/ woordweb/ succescriteria par. 5.3
Leren par 5.2

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Ontwikkeling van uitvindingen die de industriële revolutie bevorderden
Waterframe van Arkwright, vanuit buiten de fabriek dreef een waterwiel machines aan.

Slide 10 - Diapositive

Van spierkracht naar waterkracht en uiteindelijk stoomkracht.
  • In Engeland betere en snellere machines ontwikkeld. 
  • Richard Arkwright: waterframe, sneller en meer draad spinnen. Enige nadeel is dat je wel voldoende water voor het waterwiel moet hebben. 
  • Een rivier, de machine was groot en duur=> een einde aan de thuisnijverheid.
  • De fabriek ontstond nu, waar veel mensen aan het werk waren aan machines.

Slide 11 - Diapositive

Stoomkracht
  • Probleem waterframe: nam veel plaats in,  bij weinig water geen werk.
  • James Watt kwam met de stoommachine => zo konden mijnen met waterpompen dieper boren en meer eruit halen.
  • Fabrieken met stoommachines konden overal gebouwd worden. 
  • Fabrieken kwamen in de stad=> arbeiders dicht bij fabriek, scheelt tijd en energie om er te komen.

Slide 12 - Diapositive

Welk gevolg voor de huisnijverheid had het waterframe?
A
De machines hadden veel water nodig.
B
Het waterframe was te groot en te duur om in de boerderij te passen en daardoor verdween de huisnijverheid.
C
De huisnijverheid verdween pas door de komst van de stoommachine.
D
Het waterframe zorgde voor extra inkomsten omdat de boeren nu niet meer zelf hoefden te spinnen.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

Te doen.
Maken digitaal werkboek par 5.3 vraag 40, 41, 43, 47, 49, 50, 51, 52, 53. Bespreek met je buurman/buurvrouw vragen die je niet snapt of opnieuw moet maken.

Als je klaar bent ga je werken aan maken samenvatting/ woordweb/ succescriteria par. 5.3
Leren par 5.2

Slide 15 - Diapositive