(les 1) MH1 thema 1 bs 1 Organismen (skd)

WELKOM 
  • Jassen uit

  • Tas op de grond

  • Boeken op tafel blz. 14
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM 
  • Jassen uit

  • Tas op de grond

  • Boeken op tafel blz. 14

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Kennismaken
  • Uitleg thema 1 basisstof 1
  • Aan de slag
  • Nakijken

Slide 2 - Diapositive

Wie ben ik?
Mw. van Urk
Docent Biologie (Mens en Natuur M&N)
Getrouwd
2 kinderen

Slide 3 - Diapositive

Regels???
Als ik praat zijn jullie stil
We luisteren naar elkaar en praten niet door elkaar heen.
Waarschuwing --> Naam op het bord 

RESPECT VOOR ELKAAR!

Slide 4 - Diapositive

Naam op het bord?

S.O.A
Schriftelijke overdraagbare aandoening

1e waarschuwing --> naam op het bord
2e waarschuwing --> kruisje achter je naam --> samenvatting overschrijven
maar.....................

Slide 5 - Diapositive

thema 1 basisstof 1

Slide 6 - Diapositive

Leg je laptop face down op de hoek van je tafel.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een organisme is.
Ik kan de zeven verschillende levenskenmerken noemen en herkennen.
Ik kan het verschil noemen tussen levend, dood en levenloos. 

Begrippen:
Organisme - levenskenmerken - dood - levenloos


Slide 9 - Diapositive

organisme

Alle levende dingen op aarde (levende wezens) worden organismes genoemd.
Denk hierbij aan dieren, planten maar ook schimmels en bacteriën.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Biologie
De leer van het leven

Slide 12 - Diapositive

Organisme
Een levend wezen

Slide 13 - Diapositive

voorbeelden van organismen
mensen
dieren
planten
bacteriën
schimmels

Slide 14 - Diapositive

Wat maakt iets levend?

Om iets een levend organisme te mogen noemen moet hij levenskenmerken of levensverschijnselen vertonen.

Wat zijn levenskenmerken? 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

7 levenskenmerken
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

levend-dood-levenloos.
levend is een organisme die levensverschijnselen vertoond.
dood is een organisme die levensverschijnselen heeft vertoond.
levenloos heeft nooit levensverschijnselen vertoond.

Slide 28 - Diapositive

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 14 +15
  • Maken Opdr. 1, 2, 3 en 4

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken aan Hw opdr 5 t/m 9
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 29 - Diapositive

mag je iets levenloos een organisme noemen?
timer
1:00
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

timer
2:30
Levend
Dood
levenloos

Slide 31 - Question de remorquage

De afbeelding is een voorbeeld van:
A
Levenloos
B
Dood
C
Levend

Slide 32 - Quiz


A
Ademhalen
B
Uitscheiden
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 33 - Quiz


A
Ademen
B
Bewegen
C
Groeien
D
Waarnemen

Slide 34 - Quiz


A
Bewegen
B
Groeien
C
Voeden
D
Waarnemen

Slide 35 - Quiz


A
Levend
B
Levenloos
C
Dood

Slide 36 - Quiz

Huiswerk
Maken opdr 1 t/m 9 (behalve 5)
Leren blz 14 en 15
Doorlezen blz 21 en 22

Slide 37 - Diapositive

Wat is een organisme?

Slide 38 - Question ouverte

Wat zijn de 7 levenskenmerken?

Slide 39 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen levenloos en dood?

Slide 40 - Question ouverte

herhaling leerdoelen
1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
een organisme is een levend wezen. alles wat leeft is een organisme.

2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
bewegen, ademen, waarnemen, uitscheiden, groeien ,voorplanten en eten.

3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
levend: vertoond levensverschijnselen.
dood: heeft levensverschijnselen getoond.
levenloos: heeft nooit levensverschijnselen getoond.

Slide 41 - Diapositive