Ned_din_9mrt_oefenen_testafnemen_Boek2_h1

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Terugblik 
Stillezen 
Korte oefening 
Test afnamen / stillezen 
Evalueren
Vooruitblik 
Wisseling docent/pauze

Slide 2 - Diapositive

Hoe was de les gegaan?
Goede inzet, stuk voor stuk toppers zijn jullie!

Wat heb je gedaan?
Spelling, stillezen











Slide 3 - Diapositive

Materiaal: methodeboek Nieuw Nederlands, laptop, leesboek, schrift en pen

Afwezigheid of te laat (huiswerk) noteren 

Respect (docent, klasgenoten)

Individueel aan de slag, maar ook in (vaste) tweetallen

Mobiele telefoon (Kahoot! en LessonUp)

Bij een online les mag de microfoon uitgezet worden.

Slide 4 - Diapositive

vanaf 1 maart 

lesdag 1 (dins) online les (waar is iedereen gebleven, vragen beantwoorden ed) 
lesdag 2 (woen) officiële kennismaking + spelling  
lesdag 3 (dond) spelling (evt fictie)
 
vanaf 8 maart  

lesdag 1 Test A test, A-vwo en test b 
lesdag 2  Herhaling n.a.v. test & Kahoot!
lesdag 3 Toets H1 


Slide 5 - Diapositive

Boekverslag


Deadline don 25 maart

Lezen voor de lijst

Twee opdrachten

Slide 6 - Diapositive

Schoenendoos meenemen uit lokaal 109 (dozen gaan eind deze week weg!)

Slide 7 - Diapositive

stillezen (15 min)
timer
4:00

Slide 8 - Diapositive

Lesdoel 
Onderdeel lezen
- Je weet hoe je het onderwerp moet vinden
- Je kunt een inleiding herkennen
- Je weet wat een schrijfdoel is
- Je kunt verbanden herkennen
- Je kunt signaalwoorden herkennen

Onderdeel woordenschat
- Je kunt uitdrukkingen herkennen
- Je weet wat contaminaties zijn

Slide 9 - Diapositive

Lesdoel 
Onderdeel grammatica
- Je kunt onderwerp, werkwoordelijk/naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen herkennen

Je kunt blw, olw, zn, bn, zww, hww, kww, aanw. vnw., pers. vnw, bez. vnw, wed. vnw

Onderdeel spelling
- Je kunt de werkwoorden in verschillende tijden zetten
- Je kunt div woorden herkennen aan de correctheid mbt de spelling

Slide 10 - Diapositive

weten jullie het nog?

Slide 11 - Diapositive

Onderdeel lezen (onderwerp)
Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

schema werkwoordspelling

Slide 14 - Diapositive

Onbepaald voornaamwoord(onbep.vnw)
Een onbepaald voornaamwoord is alles, iets, iedereen, alle, allen, vele, velen. Het is een woord dat verwijst naar een persoon of zaak die niet bepaald is. Je kunt dit voornaamwoord ook zelfstandig gebruiken, dus zonder dat er een zelfstandig naamwoord achter staat.

Slide 15 - Diapositive

Wederkerend voornaamwoord (wed.vnw)
Een wederkerend voornaamwoord is me, je, zich etc. Het is een woord dat je altijd gebruikt in combinatie met een wederkerend werkwoord, bijvoorbeeld: zich haasten, zich verantwoorden, zich vergissen. Het wederkerend voornaamwoord is altijd gekoppeld aan het onderwerp van de zin. Ze horen dus bij elkaar.

Slide 16 - Diapositive

Wederkerig voornaamwoord (wedig.vnw)

Dit zijn de woorden elkaar, elkander en mekander.

Slide 17 - Diapositive


Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is een
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 18 - Quiz


Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' is een
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 19 - Quiz


Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

'prijs' is ..
A
vz
B
zn
C
bn
D
lw

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

in, op, onder, door
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
telwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden

Slide 21 - Quiz


Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

'gewonnen' is een
A
vz
B
zn
C
ww
D
lw

Slide 22 - Quiz

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Judith trok een vragend gezicht.'
A
vragend
B
trok
C
gezicht
D
Judith

Slide 23 - Quiz

Blz 48
Lezen 1-8


Woordenschat 9-11


Grammatica 12 a t/m d
                           13 a t/m c
 
Spelling 14 a t/m h
                   15 

Slide 24 - Diapositive

TEST vanaf bladzijde 48
Lezen 1-8
Woordenschat 9, 10 (a,b,c) 11
Grammatica 12 a t/m b
                     13 a t/m b
Spelling 14 a t/m d
              15 

Let op: schrijf de antwoorden zo kort mogelijk.

Ben je klaar? Goed gedaan! 
Lever je blad in bij de docent.

Ga lekker stillezen!



timer
50:00

Slide 25 - Diapositive

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 26 - Diapositive


Wat gaan we de volgende les doen?

Test nakijken
Oefenen (eigen onderdeel)

Let op: je leesboek is uit op 23 maart.
Het boekverslag lever je 25 maart in.
 


Slide 27 - Diapositive