Grammatica herhalingsles

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Deze les

Grammatica:

- herhalen moeilijke gevallen

- oefenen!

- afmaken boekje alle letters (kijk na!)

- uitleg toetsing

Stillezen

Doel: je oefent met de verschillende woordsoorten en leert ze steeds beter kennen

Betrekkelijk voornaamwoord

Onderstreep het betrekkelijk voornaamwoord, zet dubbele streep waar het betrekking op heeft:

De jongen die daar loopt...

Het meisje dat voor David zit.....

Mauro leende mij zijn fiets, wat ik erg aardig vond.

Wie dit leest is gek!

Deze baan is het beste wat mij overkomen is.

Betrekkelijk voornaamwoord

De jongen die daar loopt...

Het meisje dat voor David zit.....

Mauro leende mij zijn fiets, wat ik erg aardig vond.

Wie (=degene die) dit leest is gek!

Deze baan is het beste wat mij overkomen is.

Oefenen

- schrijf je antwoorden op (zo doe je goed mee)

- tussendoor moet je ook antwoorden invullen via Lesson Up

- ik zal hier en daar controlevragen stellen

Hij heeft jarenlang gerookt.
Hij = ??

1. betrekkelijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. onbepaald voornaamwoord

Wie nog vragen heeft over de toets, kan deze na de les aan mij stellen.

wie = ?

deze = ?

Wie nog vragen heeft over de toets, kan deze na de les aan mij stellen.

Wie = betr. vnw

deze = aanw. vnw

Wie zou je weleens willen ontmoeten?

wie = ?

je = ?

Wie zou je weleens willen ontmoeten?

Wie = vr. vnw

je = pers. vnw

Zijn vader heeft dat nooit geweten.
zijn =?

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. onbepaald voornaamwoord

Zijn vader heeft dat nooit geweten.

dat =??

1. betrekkelijk voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. vragend voornaamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Niemand van ons weet al wat hij gaat doen vanmiddag.

niemand = ?

wat = ?

Niemand van ons weet al wat hij gaat doen vanmiddag.

Niemand = onb. vnw

wat = vr. vnw

Maak kloppende zin met dit bouwschema:
Aanw. vnw - znw - hww - lw - znw - zww

Niemand heeft hem ooit betrapt.

hem= ?

1. bezittelijk voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

De buurvrouw is gemeen, omdat zij mij geen snoep gaf met Halloween.
Het woord ‘omdat’ is in deze zin:

1. onbepaald voornaamwoord
2. voegwoord
3. voorzetsel

Wat vind jij de leukste sport die er is?

wat = ?

die = ?

Wat vind jij de leukste sport die er is?

Wat = vr. vnw

die = betr. vnw

Deze les

- overzicht woordsoorten op Magister (studiewijzer)! 

- grammatica oefenen

- boekje helemaal uitwerken en nakijken

- toets plannen

- stillezen

- nieuwsquiz

De jongen dacht dat hij in het struikgewas iets zag.
Het woord 'iets' is in deze zin:

1. aanwijzend vnw
2. betrekkelijk vnw
3. onbepaald vnw
4. vragend vnw

Maak kloppende zin met dit bouwschema:
Lw- znw- vz- bz.vnw- znw- hww- bw- zww .

De nieuwe minister kon de vragen die gesteld werden nog niet goed beantwoorden.
Het woord ‘die’ is in deze zin:

1. aanwijzend vnw
2. bijvoeglijk naamwoord
3. betrekkelijk vnw

Het eerst wat je moet doen bij brandwonden, is er water over laten lopen.
wat = ? lopen = ?

Weet jij welke naam die stad heeft in carnavalstijd?

welke = ?

die = ?

Weet jij welke naam die stad heeft in carnavalstijd?

welke = vr. vnw

die = aanw. vnw

Onze kat heeft wat kale plekjes, doordat hij een ziekte heeft.

wat = ?

doordat =?

Onze kat heeft wat kale plekjes, doordat hij een ziekte heeft.

wat = onb. vnw

doordat = ondersch. vw

Als de uitslag goed is, vieren we feest.
is = ?

De burgemeester laat onderzoeken of de bibliotheek toch open kan blijven.

of = ?

toch = ?

blijven = ?

De burgemeester laat onderzoeken of de bibliotheek toch open kan blijven.

of = ondersch. vw

 toch = bw

blijven = kww

Niveautoets maken

Niveau 1 t/m 5

                                      min. Toets B                        

                                      min. Toets A                              

                                                                                                           Geen cijfer,                                                                                                               maar verslag.

   

1	<3
2	4/5
3	6
4	7/8
5	9/10

Norm: 70% = 6

A- toets: voornamelijk de basis, eenvoudige zinnen.

B- toets : lastigere woordsoorten, uitdagende zinnen.

Toets	Resultaat	Vervolg
A-toets	Niveau 1 t/m 3	Herkansen tot niveau 4
A-toets	Niveau 4 en 5	B-toets maken
B-toets	Niveau 1	A-toets maken
B-toets	Niveau 2	Herkansen tot niveau 3
B-toets	Niveau 3 en 4	Keuze herkansen naar hoger niveau
B-toets	Niveau 5	Geen vervolg

Boekje

A t/m N maken en nakijken!

Klaar? Ga stillezen.

Deze les

- stillezen/literaire mindmap

- oefenen grammatica

- huiswerk

Telefoon in telefoontas!

stillezen 

Je pakt je leesboek en gaat stillezen.

Boek uit? Literaire mindmap!

Verder oefenen

Maak samen of alleen:

Opdracht 10, 16 en 17 (p. 22 t/m 26)

Nakijken opdr. 10

Nakijken opdr. 16

1 je = pers. vnw

 mij = pers. vnw

2 je (1e) = pers. vnw

 je (2e) = wederkerend vnw

 elkaar = wederkerig vnw

3 hij = pers. vnw

 jou = pers. vnw

4 zich = wederkerend vnw

 onze = bez. vnw

5 jullie = pers. vnw

 je = wederkerend vnw

 elkaar = wederkerig vnw

6 wij = pers. vnw.

 ons = wederkerend vnw

 jullie = bez. vnw

Opdr. 17

1 a Eigen zin, bijvoorbeeld: Mijn moeder verkoopt de oude keukenmachine aan haar.

 b Eigen zin, bijvoorbeeld: Zullen wij elkaar bij de voornaam noemen?

 c Eigen zin, bijvoorbeeld: Mijn broer is uit zijn nieuwe broek gescheurd.

 d Eigen zin, bijvoorbeeld: Hij heeft zich aan mijn lange nagels bezeerd.

Huiswerk (nu beginnen)

- maak opdracht 12 (p. 77) opdr. 12 (p. 126) en opdracht 14.

- volledige boekje A t/m N

Deze les

- oefenen grammatica (herhaling diverse woordsoorten)

- stillezen/mindmap

Doel: je kent de verschillende voornaamwoorden en kunt de verschillende werkwoorden onderscheiden

Maak alleen of samen

- opdracht 12 (p. 77) 

- opdr. 12 (p. 126) 

- opdracht 14

- volledige boekje A t/m N nakijken

stillezen 

Je pakt je leesboek en gaat stillezen.

Boek uit? Literaire mindmap!

Deze les

1. stillezen en/of mindmap (20 minuten) 

2. grammatica (oefenen) + vragen stellen

ZELFSTANDIG OEFENEN

stillezen 

Je pakt je leesboek en gaat stillezen.

Boek uit? Literaire mindmap!

Oefenen online 

- cambiumned.nl of jufmelis.nl (woordsoorten)

Geen actieve werkhouding = nablijven of verwijdering les

Liever uit het boek oefenen?

- Grammatica (rode hoofdstukken) Woordsoortbenoeming:

p. 22 t/m 26

p. 74 t/m 77

p. 123 t/m 126

p. 172 t/m 176

p. 224 + 225

p. 270

antwoorden op Magister