Literaturgeschichte II Gymnasium

1 / 30
suivant
Slide 1: Lien
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Literaturgeschichte Teil 2: Inhalt
  • Rückblick letzte Stunde
  • Zeitlicher Hintergrund Mittelalter 
  • Merkmale Hochmittelalter 1100-1250
  • Wichtige Autoren
  • Werke aus der Epoche

Slide 2 - Diapositive

Noem twee Germaanse teksten die zijn overgebleven uit de vroege middeleeuwen

Slide 3 - Question ouverte

Noem twee Germaanse teksten die zijn overgebleven uit de vroege middeleeuwen

Slide 4 - Question ouverte

Noem twee Germaanse teksten die zijn overgebleven uit de vroege middeleeuwen

Slide 5 - Question ouverte

Noem twee Germaanse teksten die zijn overgebleven uit de vroege middeleeuwen

Slide 6 - Question ouverte

Wie waren de Germanen?

Slide 7 - Question ouverte

Zijn er ook niet Germaanse teksten overgebleven?

Slide 8 - Question ouverte

In welke taal werd er geschreven?

Slide 9 - Question ouverte

Zeitlicher Hintergrund 
313/1170: Frühes Mittelalter
800: Karl der Große wird Kaiser (des heiligen römischen Reiches)
Ab 1100: Aufkommen der Städten 
Ständegesellschaft: (Clerus, Adligen, Bauern)




Slide 10 - Diapositive

Merkmale der Epoche: 

  • Doel van de literatuur: moraliseren
  • Mondelinge overlevering 
  • Kerkelijke, stads- en hofische literatuur 
  • Literatuur ontstond meestal in opdracht van iemand
  • Idealisering van ridderlijke leven staan in het middelpunt van de literatuur
  • Geen invididualiteit 
  • Strijd van goed tegen kwaad
  • Mittelhochdeutsch
  • Steeds meer volkstaal 

Slide 11 - Diapositive

Das Allgemeingültige und die Idealisierung des Rittertums standen im Mittelpunkt
Literatur entstand meistens durch einen Auftrag 
Kirchliche und Höfische Literatur
Mündliche Überlieferung
Er zijn uit de vroege Middeleeuwen slechts weinig ‘Duitse’ teksten overgebleven. In eerste instantie werden teksten mondeling overgeleverd, maar gelukkig zijn enkele teksten bewaard gebleven omdat ze werden opgeschreven. Schrijven kon alleen de geestelijkheid en die schreef vrijwel uitsluitend in het Latijn. 
De literatuur kon hoofdzakelijk worden onderverdeeld in kerkelijke literatuur en hoofse literatuur. Terwijl de eerste de Latijnse taal gebruikte en geestelijke thema's behandelde, was de hoofse literatuur gericht op wereldlijke thema's en het ridderlijke ideaal en werd geschreven in de volkstaal.
Rond de elfde eeuw kwam het ridderwezen in Europa op. Dat veranderde ook de literatuur, waarin ridderlijke deugden als avontuur, moed, daadkracht, trouw en liefde een belangrijke rol gingen spelen. Deze literatuur wordt ‘hoofse’ literatuur genoemd. De dichters trokken langs de verschillende adellijke hoven en droegen daar hun werken voor, veelal begeleid door muziek.
Middeleeuwse literatuur ging minder over de persoonlijke ervaringen en waarnemingen van een individu, maar veel meer over het universele. Naast verhalen die de ridderlijkheid idealiseerden, waren er fictieve fabels en heldenverhalen.

Slide 12 - Question de remorquage

Aangezien in de eerste plaats het universele werd afgebeeld, moest ook de mens als zodanig worden afgebeeld. Het individu speelde geen rol, waarbij vooral werd teruggegrepen op traditioneel geijkte thema's en vormen.
De meeste verhalen gingen over de strijd van goed tegen kwaad. Zij speelden meestal met de karakters van de held (de beste), de dames (de mooiste) en de schurken (de slechtste). Er was een voorkeur voor clichés en traditionele personages.
Vooral poëzie was populair in de Middeleeuwen en dus werden de werken geschreven in dichtvorm en op rijm. Op deze manier konden de verhalen van de Minnesang gemakkelijk worden onthouden en voorgedragen. Pas tegen het einde van het tijdperk, toen de literatuur steeds meer werd beïnvloed door de opkomende bourgeoisie en de cultuur van de steden, alsmede door de opkomende universiteiten, werden steeds meer werken in prozavorm geschreven.
Het is de oudste liefdespoëzie in het West-Europese taalgebied en vond zijn hoogtepunt in de Middeleeuwen. Het gaat over hoofse liefde en de liefdesverklaring van een ridder of minnezanger aan een adellijke dame. Het was het instrument om het ridderlijke ideaal te verbeelden.
Keine Individualität
Kampf von Gut und Böse
Dichtung und Prosa 
Minnesang

Slide 13 - Question de remorquage

Schreibe 3 wichtige Merkmale
auf die zum Mittelalter passen.

Slide 14 - Carte mentale

Gattungen
Ritterroman / Ritterliche Dichtung 
Minnesang

Slide 15 - Diapositive

Wichtige Autoren
Walther von der Vogelweide
Wolfram von Eschenbach
Gottfried von Straßburg

Slide 16 - Diapositive

Wichtige Werke 

Slide 17 - Diapositive

Niebelungenlied
Gedicht over een held, een draak en bloedwraak

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Parzival
Ridderroman over ridder Parzival aan het hof van koning Arthur. 
Op zoek naar het schone, goede en het ware (de heilige graal)

Slide 20 - Diapositive

Tristan und Isolde 
Vertelt het verhaal over een onbedoelde en ongelukkige liefde 

Slide 21 - Diapositive

Richard Wagner
Leefde in de tijd van de romantiek. Tijdens de romantiek had men een grote voorliefde voor middeleeuwse vertellingen. Hij verwerkte een aantal werken tot opera, waaronder bijvoorbeeld Tristan und Isolde en het Niebelungenlied

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Aufgabe: Gedicht suchen (Zweiergruppen)

1. Schritt: 
--> Lese ein Gedicht bzw. einen Text aus der Epoche Mittelalter.
2. Schritt: 
--> Worum handelt das Gedicht und welche Merkmale sind zurückzufinden? 
3. Schritt:
--> Schreibe auf Deutsch ein Elfchen (= 11 W örter) über das Gedicht was du dir ausgesucht hast. Verarbeite einige der Merkmale in dein Elfchen 
4. 
--> Präsentiere den Inhalt vor der Klasse (auf Niederländisch) + trage dein Elfchen vor

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Spätmittelalter 
Steden groeien en de burgerij wordt steeds belangrijker. 
Ridderdom verliest betekenis. 
Freie Reichstädte --> vallen onder direct gezag van de keizer en genieten privileges. 
Hanse steden in opkomst --> economische, politieke en culturele bloei.

Slide 26 - Diapositive

Johann von Tepl: Secretaris aan het Praagse hof
Belangrijkste werk: Der Ackermann aus Böhmen. 
Strijdgesprek tussen een boer en de dood. 
Middeleeuws: argumentatie van de dood 
Nieuw: zelfbewustheid van de Ackerman, zijn verlangen naar aards geluk en verzorgde taal (met retoriek)

Slide 27 - Diapositive

Ulenspiegel
Bundel verhalen bedoeld om publiek te vermaken.
Uilenspiegel worden streken en kunsten toegeschreven. 
Boerenverstand wint het van de bluf van de stedelingen 

Slide 28 - Diapositive

Meistersinger
Voortgang minnesang maar liefde speelt een ondergeschikte rol
Doel: Mensen moesten er iets van opsteken, tekst moest belerend zijn

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo