6.8 Minimalisme

Minimalisme
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Minimalisme

Slide 1 - Diapositive

Kunst met minimale ingrepen. 
In de jaren zestig de Nulgroep, die zich afzette tegen Cobra en streefde naar een objectieve kunst, die van elke emotionele waarde werd ontdaan en waarin de aanwezigheid van de kunstenaar als persoon was uitgewist.
 
Jan Schoonhoven
Zijn zoektocht in de kunst wordt het best samengevat in zijn uitspraak: ‘’Je moet streven naar een minimum, maar anoniem gaat het nooit’’.

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van minimal art
A
Felle kleuren gevoel
B
Ritme en herhaling Aandacht voor de omgeving
C
organische vormen natuurlijke materialen
D
Driedimensionaal Koud

Slide 3 - Quiz

Frank Stella
In zijn vroege werk probeerde Stella elke externe betekenis of symboliek uit de schilderkunst te halen, zijn afbeeldingen terug te brengen tot geometrische vormen en illusionistische effecten te elimineren. Zijn doel was om schilderijen te maken waarin picturale kracht voortkwam uit materialiteit, niet uit symbolische betekenis. De beroemde grapte hij: "Wat je ziet is wat je ziet", een uitspraak die het onofficiële credo van de minimalistische praktijk werd. 

Slide 4 - Diapositive

Frank Stella schilderde minimalistisch werk met symmetrische patronen van zwarte banen op ongeprepareerd doek.
Waarom zou Stella ongeprepareerd doek hebben gebruikt?
A
een schilderij is een object in plaats van een voorstelling van iets. Dus doek met verf.
B
Ongeprepareerd linnen is natuurlijker en past daardoor binnen het minimalisme
C
Het linnen staat symbool voor de voorstelling van de aarde.
D
het ongeprepareerde linnen geeft een structuur aan het werk.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Noem twee vormgevingsaspecten die rust geven en twee die dynamiek veroorzaken.
A
Dynamiek door de structuur van het linnen en de afstand van de lijnen rust door alleen zwart wit
B
Dynamiek door een kruiscompositie Rust door herhaling
C
Dynamiek door bewegende lijnen als in opart Rust doordat de lijnen bijeenkomen in het midden
D
Dynamiek door ritme, herhaling in de lijnen, schuine richtingen. Rust door symmetrie en horizontale en verticale indeling

Slide 7 - Quiz

Leg uit dat titels (zoals Zwarte Zambezi) niet passen bij minimalistische kunst
A
Minimalisme is kunst zonder emotie. Deze titel roept mogelijk culturele associaties op.
B
Minimalisme gaat over het innerlijke gevoel van de kunstenaar, en deze titel verwijst daar naar.
C
Minimalisme gaat over kunst en de visie daar op. De titel heeft daar niks mee te maken.
D
Minimalisme gaat over minimalisme. Een titel is dus niet nodig.

Slide 8 - Quiz

Omgeving
Een aspect van minimal art was om met zo eenvoudig mogelijke middelen een relatie aan te gaan met de omgeving. De spanning, die zou ontstaan door het creëren van een tegenstelling met de omgeving, was daarbij van belang.

Slide 9 - Diapositive

Carl Andre
De sculpturen van Andre worden vaak samengesteld uit gewone industriële materialen, die hij in een eenvoudig geometrisch patroon rangschikt. Zijn sculpturen worden altijd op de grond geplaatst in plaats van op sokkels. Ze zijn niet alleen objecten om naar te kijken, ze worden onderdeel van de omgeving en veranderen de relatie van de kijker met de omringende ruimte. 
De spanning, die zou ontstaan door het creëren van een tegenstelling met de omgeving, was daarbij van belang.

Slide 10 - Diapositive

In welk opzicht is er bij dit werk van Carl Andre sprake van een tegenstelling met de omgeving? Noem drie aspecten.
A
Hoogte verschil en structuurverschil (raster)
B
Vorm, diepte en compositie
C
Kleur, materiaal en formaat
D
Lijnvoering, licht en schaduw werking en ruimte

Slide 11 - Quiz

In welk opzicht ontstaat er spanning door de expositie van het werk in de zaal?
A
Het willen aanraken van het mooie materiaal. De harde compositie.
B
Het doorbreken van de looproute in de zaal.
C
De tegenstelling in vorm en de prijs van het materiaal
D
Twijfel bij de bezoeker om er wel of niet overheen te lopen. Spanning door het vervreemdende effect.

Slide 12 - Quiz

D. Buren
Het werk verving de voormalige parkeerplaats van de binnenplaats en was bedoeld om ventilatieschachten te verbergen voor een ondergrondse uitbreiding van het terrein van het ministerie van Cultuur. Sommige zuilen strekken zich uit onder het niveau van de binnenplaats en zijn omgeven door plassen water waarin voorbijgangers munten gooien. 
In zekere zin kan de installatie worden gelezen als een verkenning van de perceptie en intellectuele projectie van de ruimte 

Slide 13 - Diapositive

Noem twee aspecten van 'De twee plateaus' waardoor het aansluit bij de architectonische omgeving.
A
De kolommen lijken op de zuilen van de galerij om het plein. De kolommen staan ook op een regelmatige afstand van elkaar
B
Het zwart en wit komt terug in het gebouw. De oppervlakte is even groot
C
De hoogte verschillen zijn terug te zien in het gebouw. de rondingen zie je terug in de bogen.
D
Een groot deel van de kolommen zijn platte schijven; de zuilen van de galerijen zijn ook samengesteld uit schijven.

Slide 14 - Quiz

Er is ook contrast
Het raster met kolommen sluit niet aan bij dat van de omringende zuilen. Het verspringt iets.

De kleur (zwart-wit) van de kolommen is anders dan die van de zuilen.

De kolommen hebben een profiel (cannelures, reliëf); de zuilen zijn rond. 

Het raster van de kolommen wordt geaccentueerd door lijnen. 
Die ontbreken in de zuilengalerij.

Slide 15 - Diapositive

Leg aan de hand van twee aspecten uit hoe de functie van het plein is veranderd.
A
Het plein is niet meer gereserveerd voor alleen auto’s Het publiek kan er uitrusten.
B
Het plein is veranderd van statisch naar dynamisch. Niet meer authentiek, maar modern.
C
De auto’s zijn verdwenen en het plein is publiek domein geworden. Het plein is een groot kunstwerk dat publiek kan bekijken.
D
Het plein is een speelruimte geworden. Het plein kan nu voor grote events worden gebruikt.

Slide 16 - Quiz

Geert Lap
Het keramische oeuvre van de Nederlandse ontwerper en kunstenaar Geert Lap (1951-2017) staat in de traditie van het modernisme, dat zich afzet tegen versiering en historische verwijzingen. Laps streven naar perfectie vormde de kern van zijn kunstenaarschap. Objecten die niet aan zijn strenge eisen voldeden gingen letterlijk onder de hamer. Maar hoe wist hij zijn standaarden telkens hoger te leggen? Wat was de keerzijde van deze bijna monomane houding? Wat kun je nog maken na de perfecte vorm?


Slide 17 - Diapositive

Keramiek heeft vaak een kunstzinnige functie en een gebruiksfunctie.
Leg uit waarom bij Kleurendriehoek de kunstzinnige functie de belangrijkste is.
A
De bollen/schalen hebben geen gebruiksfunctie.
B
Door de ordening en kleurverloop ligt de nadruk op de kunstzinnige functie.
C
Er zit niks in de schalen hierdoor ontstaat er een kunstzinnige functie.
D
Door de perfecte vormen ligt de nadruk op de kunstzinnige functie.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Kleurendriehoek van Geert Lap heeft een hoog niveau van perfectionisme.
Noem twee argumenten voor die bewering.
A
De bollen/schalen zijn perfect bol. De fasen van het kleurverloop op de bollen binnen de ordening is perfect.
B
De compositie vorm is de perfecte vorm (als in de renaissance) De afwerking is glad.
C
De kleuren zijn samen de regenboog en daardoor perfect. de kleuren contrasteren perfect met de achtergrond
D
Alle vormen passen door pasteltinten perfect bij elkaar. De afstand tussen de vormen is perfect.

Slide 20 - Quiz

Happening 
Een happening is een spectaculaire openbare, spontaan lijkende maar vooraf bedachte gebeurtenis, bedoeld om de openbare orde op een ludieke manier te verstoren, zodoende te choqueren, en daarmee als star en ouderwets ervaren denkbeelden belachelijk te maken.

Slide 21 - Diapositive

Performance
Het begrip performance wordt in het theater en de beeldende kunst gebruikt als verzamelnaam voor muzikale, beeldende of uitgesproken fysieke optredens, waarbij taal een ondergeschikte rol speelt en die vaak kort van duur zijn. 

Slide 22 - Diapositive

Environments
Een environment of omgevingssculptuur is de vormgeving van een bepaalde ruimte zoals een kamer, theater, straat of plein waarbij verschillende materialen, bewegingen, klank, licht andere communicatiemiddelen een rol spelen. Een installatie is een vorm van environment, een meestal tijdelijk opgebouwde constructie. 

Slide 23 - Diapositive

Klaar?

Slide 24 - Diapositive

Hoe kan de theorieles
leuker/interessanter

Slide 25 - Carte mentale