klas 3: Hfd. 1 par. 3 Ontwikkeling in verschillende snelheden

§3 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Waarom komt Afrika voornamelijk met negatieve aspecten in het nieuws? Bijv. oorlog, droogte.

In deze paragraaf leer je waarom landen en gebieden zich in verschillende snelheden ontwikkelen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§3 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Waarom komt Afrika voornamelijk met negatieve aspecten in het nieuws? Bijv. oorlog, droogte.

In deze paragraaf leer je waarom landen en gebieden zich in verschillende snelheden ontwikkelen.

Slide 1 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met de koude oorlog?

Slide 2 - Question ouverte

Planning
- Herhaling §1.2
- Leerdoelen
- Uitleg §1.3
- Huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Democratie
Dictatuur
Communisme
kapitalisme
vrijhandel
planeconomie

Slide 4 - Question de remorquage

Wat betekent 'vrijhandel'?
A
Handel waarbij productie in handen is van particuliere ondernemers
B
Handel wordt bepaald door vraag en aanbod
C
Handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zoveel mogelijk worden weggenomen
D
De wijze waarop een land bestuurd wordt

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
- Je weet een aantal interne en externe oorzaken voor verschil in ontwikkeling te noemen.

- Je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen.

- Je kunt door het vergelijken van kaarten aantonen dat een land arm is.

Slide 6 - Diapositive

Arm en rijk
  • Waarom zijn sommige landen rijk en ander arm?

  • Oorzaken:
- Intern
- Extern

  • Wanneer in één land veel negatieve factoren samenvallen is de kans op armoede groter.
Arm
Rijk

Slide 7 - Diapositive

Interne oorzaken:
1) Natuurlijke oorzaken
  • De ontwikkelingskansen - De kansen op ontwikkeling van een land zijn groter als het vruchtbaar is, niet te bergachtig, er voldoende neerslag valt en genoeg natuurlijke hulpbronnen heeft.

  • De ligging - Een land aan zee is beter bereikbaar en heeft meer kansen dan een land dat opgesloten ligt tussen landen.

Slide 8 - Diapositive

Interne oorzaken:
2) Menselijke oorzaken
  • Het politieke systeem - De wijze waarop het land wordt bestuurd. Arme landen worden vaak slecht bestuurd (weinig democratie). Daarnaast is er veel corruptie.

  • De bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw - Wereldwijd daalt het geboortecijfer, maar in arme landen groeit die nog. Het nadeel hiervan is dat het BBP gedeeld moet worden met steeds meer mensen. Ideaal is: grote, jonge beroepsbevolking die goed zijn opgeleid en genoeg banen. ---> In rijke landen juist veel vergrijzing (meer ouderen dan jongeren). 

  • De mate van ongelijkheid - Als een land zich ontwikkelt, neemt de ongelijkheid toe. Sommige mensen profiteren van de groeiende welvaart dan andere. Grote sociale ongelijkheid kan leiden tot ernstige onrust in een land.

Slide 9 - Diapositive

Ook binnen landen kan een groot verschil in welzijn ontstaan.

Slide 10 - Diapositive

Externe factoren
Bij externe factoren worden redenen voor de lage welvaart gezocht in het soort relatie dat een ontwikkelingsland met een rijk land heeft.

  • Koloniaal verleden - Veel arme landen waren vroeger exploitatiekoloniën. Hun rol was het leveren van grondstoffen, landbouwproducten en laagwaardige industriegoederen aan het moederland. --> Deze rol hebben arme landen nog steeds, waardoor ze arm blijven.
     Vestigingskoloniën, zoals VS en Australië behoren nu tot de rijke landen in de wereld.

  • Rol van een land in de wereldeconomie - Of een multinationale onderneming (mno) zal investeren in een land hangt af van of het goed bereikbaar is, hoe hoog de lonen zijn, hoe het opleidingsniveau is en of het land stabiel is (weinig conflicten).

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Huiswerk
Les: 29 september
Maak de volgende opdrachten van §1.3:
 4* en 5*.

Let op * = atlasopdrachten!

Slide 13 - Diapositive