Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Grammatica
Persoonlijk en bezittelijk vnw
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Persoonlijk en bezittelijk vnw

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les:
- Weet je wat voornaamwoorden zijn;
- Weet je wat een persoonlijk voornaamwoord is;
- Weet je wat een bezittelijk voornaamwoord is.

Slide 2 - Diapositive

Voornaamwoorden
Voornaamwoorden zijn woorden die verwijzen naar personen, dieren en dingen.

We leren vandaag twee verschillende:
- Persoonlijk voornaamwoord
- Bezittelijk voornaamwoord

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
Een persoonlijk voornaamwoord duidt een persoon, dier of ding aan. 

Ze gaat naar de tandarts.
Hij is nogal lui.
Zij zijn een dagje bij ons.
Deze vulpen is van mij.

Slide 4 - Diapositive

Let op!
Het woordje 'het' is een persoonlijk voornaamwoord als het niet voor een znw staat, maar zelfstandig in de zin voorkomt. Het is dan een ding of zaak (iets) en het is een apart zinsdeel als je de zin ontleedt.

Ik geef het cadeau aan haar.
Ik geef het aan haar.

In de tweede zin is het een persoonlijk voornaamwoord, het is dan iets, het is een apart zinsdeel en er staat geen lw achter.

Slide 5 - Diapositive

persoonlijk voornaamwoord
Enkelvoud
Meervoud
Verwijst naar iemand


Onderwerp
Ik houd van de ATM.


Ik, jij, je, u, hij, zij, ze, het
Houden jullie van de ATM?


Wij, we, jullie, u, zij, ze



Geen onderwerp
Ik ga samen met hem.

Mij, me, jou, je, u, hem, haar, het
Spreken we bij ons af? 


Ons, jullie, u, hun, hen, ze
Verwijst naar iets
Mag ik die nietmachine even, ik heb hem nodig. 
Luke heeft een nieuw kapsel. Ik vind het heel mooi.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is (bezit). 
Het staat altijd voor het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Haar moeder.
Jouw nieuwe tas.
Onze vrienden.
Dit is mijn vulpen.

Slide 8 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Enkelvoud                               Meervoud

mijn
onze/ons
jouw
jullie
zijn
hun
haar
uw

Slide 9 - Diapositive

Let op!
De woorden 'hun' , 'jullie',  'ons', 'je' en 'haar' kunnen zowel persoonlijk als bezittelijk voornaamwoord zijn. Je kunt de woordsoort bepalen door het woord te vervangen.
  • Een persoonlijk voornaamwoord kun je vervangen door hij of hem.
- Is deze auto van jullie (pers.vnw)? -> Is deze auto van hem?
  • Een bezittelijk voornaamwoord kun je vervangen door zijn.
- Is dit je (bez.vnw) jas? -> Is dit zijn jas? 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Aan de slag:
Blz. 224
Opdracht G.13, G.15, G.16





Slide 12 - Diapositive