Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hallo!
top dat je bezig gaat met life
Slide 1 - Diapositive
waar ga je mee bezig?
een paar herhalingsvragen
een interactief filmpje
nieuwe lesstof
Slide 2 - Diapositive
leg in eigenwoorden uit wat een antigen is
Slide 3 - Question ouverte
werkt 1 soort antistof op alle antigen?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Bloed is 1 van de 3 barrières die je lichaam beschermd tegen lichaamsvreemde stoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
een infectie is wanneer een ziekte verwekker levend je lichaam is binnen gekomen
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Vidéo
00:20
sorry
mijn excuses voor de flauwe intro
Slide 8 - Diapositive
01:09
zijn deze bacteriën al voorbij je 3 barrières gekomen als ze al in je lichaam zitten?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
01:42
de term vreetcel hoef je niet te onthouden als je maar weet dat dit witte bloedcellen zijn.
Slide 10 - Diapositive
02:51
als je de naam geheugencellen hoort, wat voor functie kan je bij zulke cellen bedenken?
Slide 11 - Question ouverte
03:05
wanneer ben je dus immuun?
Slide 12 - Question ouverte
04:25
waar wordt je als je immuun bent voor een ziekte niet ziek?
Slide 13 - Question ouverte
vaccineren
wat is dat nu eigenlijk?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
00:31
waarmee vergelijkt deze vrouw het immuunsysteem mee?
Slide 16 - Question ouverte
01:24
waarom denk je dat ze niet het virus "gewoon" in je armen prikken?
Slide 17 - Question ouverte
immuun zijn
je kan op twee manieren immuun worden van een ziekte. Wanneer je ziek wordt van een ziekte bouw je voor die ziekte een immuniteit op. dit noem je natuurlijke immuniteit.
Dit noem je zo omdat het op een natuurlijke manier gaat.
Slide 18 - Diapositive
kunst matige immuniteit
kunstmatige immuniteit krijg je van een vaccinatie je bouwt dan een immuuniteit op zonder dat je de ziekte hebt gehad