NIG H 15

Lesplan
1. Huiswerk nakijken.

2. Hoofdstuk 15. 



1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Lesplan
1. Huiswerk nakijken.

2. Hoofdstuk 15. 



Slide 1 - Diapositive

Vragen over het huiswerk? 

Slide 2 - Diapositive

Na deze les: 

1. ...kun je vertellen over een reis.  
2. ... kun je beschrijven wat je ziet. 






Slide 3 - Diapositive

Hoe laat is het? - Het is ..... . 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Werk in het boek:

Hoofdstuk 15
15.1
bladzijde 
209

Slide 6 - Diapositive

Beschrijven wat je ziet
Kijk eens, daar/hier + inversie
(Kijk eens, wat een mooie auto dit is!
Kijk eens, hier staat een mooie auto)

Moet je eens zien wat/hoe ......
(Moet je eens zien wat een mooie auto's dit zijn / hoe veel rook er binnen was! enz.) 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Demonstratieve pronomen
Die 
- de-woorden 
Vind je deze auto mooi? Die vind ik te groot. 
- personen 
Waar woont jouw familie? Die woont in Oekraïne. 
Dat 
- het-woorden
We gaan deze zomer naar het Gardameer. Dat ziet er adembenemend uit
- hele zin 
Heeft hij vandaag de was gedaan? Ja, hij heeft dat gedaan/dat heeft hij gedaan. 

Slide 9 - Diapositive

De weg wijzen
U gaat hier rechtdoor.
Aan het eind van de straat gaat u linksaf/rechtsaf.
U steekt de straat over.
U neemt de eerste/tweede/derde straat rechts/links.
Het café is aan de rechterkant/linkerkant.
De tram stopt tegenover de ingang.
U gaat de trap op naar boven.
U gaat de trap af naar beneden.
U gaat in die richting.
Volg de bordjes. 
De weg wijzen (Imperatief)
Ga hier rechtdoor.
Aan het eind van de straat ga rechtsaf/linksaf.

Steek de straat over.
Neem de eerste/tweede/derde straat rechts/links.
Het café is aan de rechterkant/linkerkant.
De tram stopt tegenover de ingang.
Ga de trap op naar boven.
Ga de trap af naar beneden.
Ga in die richting.
Volg de bordjes. 
Dit is/Dit zijn - iets dichtbij is (close)

Dat is/Dat zijn - iets verder weg is (far away) 

Slide 10 - Diapositive

Ik vind ...... leuk/mooi/ warmer/handiger/prettiger

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
Huiswerk voor dinsdag 1 maart:
boek: 
opdracht 8, blz. 215
opdracht 12, blz. 217 (stuur het naar docent)
15.6 opdracht 13
15.7 opdracht 14
In de praktijk, blz. 219
online boek
15.2    15.3
15.4     15.7


Slide 12 - Diapositive

Goed gedaan!

Slide 13 - Diapositive