R-les 3e klas ecologie
1 / 17
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Individu
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie
Slide 3 - Question de remorquage
Molecuul
Cel
Orgaan
Organisme
Populatie
Ecosysteem
Biosfeer
Slide 4 - Question de remorquage
Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Slide 5 - Question de remorquage
Hoe verdedigt de vijgcactus zich tegen vraat door vinken?
A
met stekels
B
met brandharen
C
met gifstof
Slide 6 - Quiz
Hoe zat het ook alweer?
Een slang eet een muis. Van welke voedselrelatie is er dan sprake?
Een slang eet een muis. Van welke voedselrelatie is er dan sprake?
A
predatie
B
parasitisme
C
vraat
Slide 7 - Quiz
Tolerantie en de verspreiding van een soort hangen nauw samen.
6a) Welk verband is er tussen de grootte van de tolerantie en de grootte van het verspreidingsgebied van een soort?
6a) Welk verband is er tussen de grootte van de tolerantie en de grootte van het verspreidingsgebied van een soort?
Slide 8 - Question ouverte
Tolerantie voor zout
In de grafiek in de afbeelding is de dichtheid van drie verschillende algen weergegeven:
in een rivier, in een riviermonding en in zee
Welke alg heeft de breedste tolerantie voor zout?
A
soort I
B
soort II
C
soort III
Slide 9 - Quiz
Welke soort heeft de grootste tolerantie voor watertemperatuur
A
Lemna minor
B
Lemna turionifera
C
Spirodela ployrhiza
Slide 10 - Quiz
Er is een verband tussen de tolerantie en het areaal van een soort.
Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied?
Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D
Slide 11 - Quiz
Wat zijn tolerantiegrenzen?
A
Een zone waar een organisme kan overleven.
B
De grens waarbij een organisme het best overleefd.
C
Aanpassingen die een soort ondergaat om te kunnnen overleven.
D
Minimum- en maximumgrens van een abiotische factor.
Slide 12 - Quiz
De grote weegbree (Plantago major) kwam oorspronkelijk voor in Europa en Noord- en Centraal-Azië, maar tegenwoordig komt hij over de hele wereld voor. De oorspronkelijke bewoners van Amerika noemen hem ‘het voetspoor van de blanke’.
3b. Welke biotische factor heeft een rol gespeeld bij de verspreiding van de grote weegbree over de aarde?
3b. Welke biotische factor heeft een rol gespeeld bij de verspreiding van de grote weegbree over de aarde?
Slide 13 - Question ouverte
Wat is een voorbeeld van een biotische factor?
A
Het weer
B
Samenstelling van de bodem/grond
C
Hoeveelheid voedsel
D
Hoeveelheid licht
Slide 14 - Quiz
De weegbree
De weegbree is een tredplant. Hij komt vooral voor op plaatsen waar wordt gelopen. Daardoor verandert de bodem. De bodem is een abiotische factor, die op zijn beurt bestaat uit andere abiotische factoren.
3a. Noteer drie van deze factoren.
De weegbree is een tredplant. Hij komt vooral voor op plaatsen waar wordt gelopen. Daardoor verandert de bodem. De bodem is een abiotische factor, die op zijn beurt bestaat uit andere abiotische factoren.
3a. Noteer drie van deze factoren.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is geen biotische factor die invloed heeft op de reiger?
A
De temperatuur van het water dat koud aanvoelt
B
De vissen die als voedsel dienen
C
De grassen het water schoonmaken
D
De bodemdiertjes die als voedsel voor de vissen dienen
Slide 16 - Quiz
Milieu
Biotisch
Ecologie
Relaties
Abiotisch
Dit heeft invloed op organismen en wordt beïnvloed door organismen.
De studie van de relaties tussen organismen het
milieu .
