De Germanen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhaling:

• Hoe konden de Romeinen zo lang de baas zijn over een groot rijk?

1. Beroepsleger;
2. bondgenoten;

• Wie waren die bondgenoten?
• Overwonnen volken, zoals de Germanen.
  

De Germanen

Hoofdstuk 2, paragraaf 2

Germanen:

• Verzameling van volkeren;
• Leefden in het gebied van Nederland en Duitsland;
• Onderworpen aan de Romeinen        werden bondgenoten;
• Bijvoorbeeld de Bataven.

De Bataven:

•  Zij leefden waarschijnlijk in Zuid-Nederland;
• Zij waren boeren.

• Zij hadden een natuurgodsdienst met meer goden;
• Een godsdienst waarin natuurkrachten als de zon en het water worden aanbeden.

Romeinse overheersing:

• Zorgde voor veel verandering in het leven:

1. Gingen geloven in Romeinse goden;
2. Gingen Romeins geld gebruiken;
3. Maakte kennis met nieuwe producten (glas, olijfolie en wijn);
4. Leerden schrijven en kregen Romeins burgerrecht.

Romeinse overheersing:

• Romeinse soldaten kwamen in de Germaanse gebieden wonen;
• Germanen vochten mee in het Romeinse leger;
• Het Romeinse leger werd door gevechten met de Germanen kleiner en had meer soldaten nodig.
  

Romeins burgerrecht:

• Soldaten werden beloond met Romeins burgerrecht;
• Dit had voordelen:

1. Minder belasting betalen;
2. Konden zo Romeins bestuurder worden.

Maken:

• Hoofdstuk 2, paragraaf 2;
• Pagina 83 + 84;
• Opdracht 7 t/m 9;
• Klaar? Opdracht 10 maken.