Filosofie (wk 38)

Terug in de tijd!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Terug in de tijd!

Slide 1 - Diapositive

Vroeger
opa/oma
Nu 
ik 
Wat is het verschil ?
2022
1960

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Vroeger 
Nu

Slide 4 - Question de remorquage

Onderzoek doen 
1. Wat zijn de verschillen tussen vroeger en nu? (1960-2022)

2. Wat deden mijn opa/oma, oude buurvrouw/man, op mijn leeftijd? 

3. Waren ze vroeger gelukkiger of ongelukkiger dan nu? 

4. Zou jij gelukkig zijn als je in 1960 geboren werd? 

Slide 5 - Diapositive

Noem een verschil tussen
vroeger en nu

Slide 6 - Question ouverte

Wat gaan we doen? 
Gesprek voeren 

Waren je opa/oma gelukkiger of ongelukkiger?

Slide 7 - Diapositive

Wat is filosoferen? 
Grote vragen stellen aan jezelf en over die vraag nadenken 
Het antwoord vind je niet op internet 

Slide 8 - Diapositive

Gesprek voeren

- Laat elkaar uitpraten, luister naar elkaar
- Doorvragen
- Wees eerlijk, deel je mening
- 1 gespreksleider, wisselen
- je laat iedereen uitpraten, deelt niet je eigen mening

Slide 9 - Diapositive

Waren mijn opa/oma vroeger gelukkiger of ongelukkiger? 

Slide 10 - Diapositive

Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5

Slide 11 - Diapositive

Hulpvragen: 
1. Wat deden jouw opa/oma toen zij 9 jaar waren? 
2. Welke dingen kon je vroeger niet doen en nu wel?
3. Wanneer ben je echt gelukkig?
4. Zou jij gelukkig zijn als je in 1960 geboren werd?
5. Wat is het grootste verschil tussen vroeger en nu? 

Slide 12 - Diapositive

Conclusie
Stap 1. Vergelijk je antwoorden met elkaar
Stap 2. Trek een conclusie, haal de belangrijkste punten uit jullie antwoorden.
Stap 3. Het antwoord samenvatten
Stap 4. Schrijf 1 gezamenlijk antwoord in het midden op.

timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Onze hoofdvraag: 
Waren mijn opa/oma vroeger gelukkiger of ongelukkiger? 
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Waren je opa/oma gelukkiger of ongelukkiger?

Slide 15 - Question ouverte

Wat ging er goed
tijdens het gesprek?

Slide 16 - Carte mentale

Kwam je moeilijkheden
tegen?

Slide 17 - Carte mentale