5.7 - Zintuigen en impulsen (ha1)

Thema 5 - Waarneming, gedrag en regeling
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 5 - Waarneming, gedrag en regeling

Slide 1 - Diapositive

Thema 5 - Waarneming, gedrag en regeling
5.1 - Je omgeving waarnemen
5.2 - Voelen, ruiken, proeven
5.3 - Horen en zien 
5.4 - Het zenuwstelsel
5.5 - Gedrag  
5.6 - Regeling
5.7 - Zintuigen en impulsen (VWO)

Slide 2 - Diapositive

5.6 - Regeling
Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen regelen de werking van organen.
B
Hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren.
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels.

Slide 4 - Quiz

Hormonen werken sneller dan impulsen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Welke klier maakt hormonen?
A
B

Slide 6 - Quiz

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 7 - Quiz

Welke hormonen regelen de hoeveelheid glucose in je bloed?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en adrenaline

Slide 8 - Quiz

Regeling vind plaats door middel van...
A
Zenuwstelsel - impulsen Hormoonstelsel - hormonen
B
Zenuwstelsel - hormonen Hormoonstelsel - impulsen

Slide 9 - Quiz

5.7 - Zintuigen en impulsen

Slide 10 - Diapositive

Doelen van de paragraaf
Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen
 Je kunt de bouw en functie van drie typen zenuwcellen benoemen

Slide 11 - Diapositive

Drempelwaarde
In de zintuigcellen ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is.

De kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt  = de drempelwaarde

Beïnvloeding van de drempelwaarde door gewenning

Slide 12 - Diapositive

drempelwaarde

Slide 13 - Diapositive

Impulsfrequentie
Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven
De impulsfrequentie wordt groter.

Slide 14 - Diapositive

Adequate prikkel
Een adequate prikkel is het type prikkel waar een zintuig speciaal gevoellig voor is. 
Voor deze prikkel heeft het zintuig de laagste drempelwaarde

Slide 15 - Diapositive

Adequate prikkels 

Slide 16 - Diapositive

Gewenning
Als een bepaalde prikkel heel lang aanhoudt, ontstaan er in de zintuigcellen soms minder impulsen. Dit noem je gewenning.

Slide 17 - Diapositive

 Typen zenuwcellen
Drie typen zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcellen
  • Schakelcellen 
  • Bewegingszenuwcellen

Slide 18 - Diapositive

Vragen

Slide 19 - Diapositive

Een adequate prikkel is een prikkel onder de drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

welke van de onderstaande uitspraken is juist?
Een gevoelszenuwcel verbindt...
A
een spier met de hersenen
B
de huid met een spier
C
een zintuig met je hersenen
D
zenuwencellen onderling

Slide 21 - Quiz

op een prikkel die de drempelwaarde niet overschrijdt reageer je...
A
... wel
B
... niet
C
... heftiger
D
... nauwelijks

Slide 22 - Quiz

wat is gewenning?
A
je ruikt afval dat iets te lang in de hal heeft gestaan
B
je ruikt de geur van je hond niet meer na een tijdje
C
je ruikt het eten dat thuis wordt gemaakt
D
je ruikt een appeltaart die in de kantine wordt gebakken

Slide 23 - Quiz

Wat voor effect heeft prikkelsterkte op de impulsfrequentie?
A
Bij een sterke prikkel is de impulsfrequentie hoog
B
Bij een sterke prikkel is de impulsfrequentie laag
C
Bij een zwakke prikkel is de impulsfrequentie hoog

Slide 24 - Quiz

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 25 - Quiz

Aan het werk
Maken: 
1 t/m 6 
Eerder klaar? 
Leren voor de toets

Begrippen
drempelwaarde
impulsfrequentie
adequate prikkel
gewenning
gevoelszenuwcellen
schakelzenuwcellen
bewegingszenuwcellen
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen
 Je kunt de bouw en functie van drie typen zenuwcellen benoemen

Slide 26 - Diapositive