Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 35 min
Éléments de cette leçon
L4BB, Fictie les 4
Slide 1 - Diapositive
DOEL BB: Je kan omschrijven wat een schrijfstijl is en je kunt de schrijfstijl van een schrijver herkennen
Bekijk het filmpje dat hoort bij les 4 eerst helemaal
Bekijk het filmpje nu nog een keer en maak aantekeningen, zet het filmpje stil als dat nodig is
Lees nu het vak belangrijk op bladzijde 12
Vul waar nodig jouw aantekeningen aan
Slide 2 - Diapositive
Welke onderdelen horen bij de schrijfstijl en welke niet?
WEL
Niet
rijmen
woorden uit andere talen gebruiken
korte of lange zinnen
wisselend perspectief
de omgeving beschrijven
indeling in alinea's
Slide 3 - Question de remorquage
DOEL BB: Je kan omschrijven wat een schrijfstijl is en je kunt de schrijfstijl van een schrijver herkennen
Maak uit je boek de opdrachten 3 tot en met 8 en opdracht 10 en 11.
De antwoorden vul je in in deze LessonUp
Slide 4 - Diapositive
Vraag 3 Wat wordt bedoeld met de schrijfstijl?
Slide 5 - Question ouverte
Vraag 4 Lees het fragment op bladzijde 12, De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween. Wat valt je op aan de lengte van de zinnen?
Slide 6 - Question ouverte
Vraag 5 Over hetzelfde fragment als vraag 4: Kun je de man achter het loket en de jongeman goed voor je zien? Leg uit waarom!
Slide 7 - Question ouverte
Vraag 6 Lees het fragment uit Password (blz 13). De hoofdpersoon is in paniek en gehaast. Geef twee voorbeelden uit de tekst waarin je dat kan zien.
Slide 8 - Question ouverte
Vraag 7 De hoofdpersoon uit Password praat de hele tijd tegen zichzelf. Wat is het effect van dit gesprek met zichzelf? Er zijn meerdere antwoorden goed. Het gesprek:
A
vervangt lange, moeilijke zinnen
B
laat zien hoe eenzaam de hoofdpersoon zich voelt
C
laat zien hoe de hoofdpersoon zich kalm probeert te houden
Slide 9 - Quiz
Vraag 8 Maak deze vraag in jouw schrift!
Slide 10 - Question ouverte
Vraag 9 Lees het fragment Zwemmen (blz 13). Waar staat de ochtendjas voor in dit fragment?
Slide 11 - Question ouverte
Vraag 10 Hoe weet je dat het steeds slechter met de moeder gaat?
Slide 12 - Question ouverte
Vraag 11 Van welk fragment (De 100-jarige....., Password, Zwemmen) spreek de schrijfstijl jou het meeste aan. Leg jouw antwoord uit!
Slide 13 - Question ouverte
Welke vragen vond je lastig? Leg uit!
Slide 14 - Question ouverte
Welke vragen vond je makkelijk? Leg uit?
Slide 15 - Question ouverte
DOEL BB: Je kan omschrijven wat een schrijfstijl is en je kunt de schrijfstijl van een schrijver herkennen
Slide 16 - Diapositive
Heb je het doel van deze les gehaald? Leg uit waarom wel/niet!