2h/v chap 1 GL 6e, Les verbes, en -er + PC

Chapitre 1,2 en 3
les verbes en -er 
Le présent du verbe oublier
stam oubli
je stam+ e-> j'oublie etc.
le passé composé du verbe oublier
je hebt een hulpwerkwoord nodig in de présent-> avoir
J'ai
van oublier haal je de r weg en zet een tréma op de e-> é
j'ai oublié 
*let op vertaling: ik heb vergeten en ik ben vergeten zijn beide goed.

˜Let op de onregelmatige werkwoorden avoir, être en faire
hulpwerkwoord avoir en een andere voltooide tijd.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Chapitre 1,2 en 3
les verbes en -er 
Le présent du verbe oublier
stam oubli
je stam+ e-> j'oublie etc.
le passé composé du verbe oublier
je hebt een hulpwerkwoord nodig in de présent-> avoir
J'ai
van oublier haal je de r weg en zet een tréma op de e-> é
j'ai oublié 
*let op vertaling: ik heb vergeten en ik ben vergeten zijn beide goed.

˜Let op de onregelmatige werkwoorden avoir, être en faire
hulpwerkwoord avoir en een andere voltooide tijd.

Slide 1 - Diapositive

Quels verbes réguliers connais-tu?

Slide 2 - Carte mentale

Vertaal: Ik heb gezwommen
A
j'ai nage
B
j'ai nagé
C
je suis nagé
D
tu as nagé

Slide 3 - Quiz

Vertaal: zij hebben ontmoet
A
ils rencontrent
B
ils avont rencontré
C
ils ont rencontré
D
ils sont rencontrés

Slide 4 - Quiz

Vertaal: ik ben in de zee geweest
A
je vais être dans la mer
B
je suis été dans la mer.
C
Je suis dans la mer.
D
J'ai été dans la mer.

Slide 5 - Quiz

les verbes reguliers de notre vocabulaire sont:
commencer
rencontrer
jouer
nager
trouver
oublier
montrer
parler

Slide 6 - Diapositive

je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
aime les fleurs
écoutez de la musique
donnent un cadeau
parlons français
travailles beaucoup

Slide 7 - Question de remorquage

Wie weet het

Slide 8 - Diapositive

Het symbool dat je hier ziet is van:
A
quizlet
B
socrative
C
lessonup
D
quizezz

Slide 9 - Quiz

Als ik aan online lesgeven denk dan denk aan:
Online lesgeven

Slide 10 - Carte mentale

Denk je dat we nog gebruik gaan maken van onze online skills?

Slide 11 - Question ouverte

Waar moet je op letten?
  1. Het werkwoord être in de PC ( en sommige andere werkwoorden zoals verhuizen).
  2. De regels van de ontkenning op de juiste manier toepassen in een zin die in de passé composé staat. 
  3. De onregelmatige werkwoorden en hun voltooid deelwoord

Slide 12 - Diapositive

travaillez ensemble
corrigez vos devoirs exercices 4 du livre d'exercices page 138 

Slide 13 - Diapositive

T'as compris?
Essayez avec l'exercice 31 et 32 pour l'utilisation des verbes pouvoir et vouloir.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

kkkMaak de test

Slide 16 - Diapositive

Qu'est-ce que vous avez appris?

Slide 17 - Diapositive