spreektaal - gewoontes 1

spreektaal - gewoontes 1
Nederland
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

spreektaal - gewoontes 1
Nederland

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden horen bij Nederland?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

luister naar het telefoongesprek
Je hoort Christina en Hanan

Slide 4 - Diapositive

Wat heeft Christina gekocht voor bij de koffie?
A
B
C

Slide 5 - Quiz

Wat heeft Christina boven liggen voor Hanan?
A
B
C

Slide 6 - Quiz

gewoonte Koningsdag

Slide 7 - Diapositive

luisteren
Wat mist in de zin? 

Slide 8 - Diapositive

Ik ____ bij de bakker ook oranjesoezen en oranjebonbons.

Slide 9 - Question ouverte

Dat ziet er altijd heel ______ uit.

Slide 10 - Question ouverte

Vind je dat _____ overdreven?

Slide 11 - Question ouverte

Zal ik ____ voor je pakken?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is typisch Nederlands eten?

Slide 13 - Diapositive

Nederlands eten
niet Nederlands eten

Slide 14 - Question de remorquage

Geef antwoord op de vragen.

Slide 15 - Diapositive

De kleuren van de vlag zijn rood - geel - blauw

Slide 16 - Sondage

Wij eten beschuit met muisjes bij een geboorte van een baby.

Slide 17 - Sondage

Er zijn meer mensen dan fietsen.

Slide 18 - Sondage

Nederland betekent 'laag land'.

Slide 19 - Sondage

Willem-Alexander is de minister President.

Slide 20 - Sondage

Geef antwoord op de vragen

Slide 21 - Diapositive

Wat vind jij leuk in Nederland?

Slide 22 - Question ouverte

Wat vind jij niet leuk in Nederland?

Slide 23 - Question ouverte

samen praten over Nederland

Slide 24 - Diapositive