3.4 de waterkringloop






Welkom!
Ga zitten en pak je spullen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon






Welkom!
Ga zitten en pak je spullen

Slide 1 - Diapositive

Wat zien wij hier?
Infiltratie
Vloeibaar naar gasvormig
Gasvormig naar vloeibaar
Opgeslagen in de vorm van ijs
Motor van de kringloop van het water
Oppervlaktewater

Slide 2 - Diapositive

Wat doen we vandaag
Herhalen d.m.v. nakijken werkboekvragen
Leerdoelen 
Check leerdoelen
Zelf aan de slag
Proefwerk 5 juni
Afsluiting van de les

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik weet dat water in verschillende vormen kan voorkomen en dat het in  een kringloop rondgaat;
  • Ik begrijp hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale     regen ontstaan;
  • Ik kan de korte en lange waterkringloop tekenen.  

Slide 4 - Diapositive

Hoe onstaat regen?
Bedenk het eerst zelf.
Overleg met je buurman/vrouw

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

korte waterkringloop
1. de zon verwarmt de zee -> verdamping
2. waterdamp stijgt op.
3. koelt af -> condenseren -> wolken
4.  druppels groot en zwaar -> neerslag
5. water valt weer terug in de zee

Slide 7 - Diapositive

lange waterkringloop
1. de zon verwarmt de zee -> verdamping
2. waterdamp stijgt op.
3. koelt af -> condenseren -> wolken 
4.  wolken waaien het land op.
5. druppels groot en zwaar -> neerslag
6.  water op het land -> rivieren/grondwater naar zee terug.

Slide 8 - Diapositive

De vorming van wolken
  1. het water wordt verwarmd
  2. het water verdampt
  3. warme lucht met waterdamp stijgt op
  4. warme lucht met waterdamp koelt af
  5. de afgekoelde waterdamp condenseert (wolken)
  6. Er ontstaan wolken

Slide 9 - Diapositive

De waterkringloop
Infiltratie
Vloeibaar naar gasvormig
Gasvormig naar vloeibaar
Opgeslagen in de vorm van ijs
Motor van de kringloop van het water
Oppervlaktewater

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

aan de slag
-Maak vraag 2 op blz. 140 van je boek
Klaar?
Lees blz. 138 en 139 H3 par 3.4

Slide 12 - Diapositive

3 soorten neerslag
stijgingsregens, stuwingsregens en frontale regens. 
Je hebt net gehoord hoe regen ontstaat. 
Bedenk en teken hoe jullie denken hoe deze regens ontstaan.
Ik geef steeds een paar tips, dus let goed op wat ik zeg. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

1 Stijgingsneerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af ->  condenseren.
  • Er ontstaan wolken ->neerslag

Slide 15 - Diapositive

Waar komt stijgingsregen op aarde vaak voor?

Slide 16 - Question ouverte

2 Stuwingsregen
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt -> condensatie -> regenen.
  • Aan de andere kant daalt de lucht -> warmt op -> droog (lijzijde) =  regenschaduw

Slide 17 - Diapositive

3 frontale regen
  • Warme lucht van lage breedte botst tegen de koude lucht vanuit de poolgebieden. 
  • De warme lucht wordt omhoog geduwd.
  • Doordat de warme lucht stijgt, koelt het af en ontstaat frontale regen

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik weet dat water in verschillende vormen kan voorkomen en dat het in  een kringloop rondgaat;
  • Ik begrijp hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale     regen ontstaan;
  • Ik kan de korte en lange waterkringloop tekenen.  

Slide 19 - Diapositive

Welke neerslag komt het meeste in Nederland voor denk je?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen

Slide 20 - Quiz

De juiste volgorde is...
A
condenseren- verdampen- neerslag
B
verdampen - condenseren - neerslag
C
verdampen - neerslag - condenseren

Slide 21 - Quiz

Wat is de goede volgorde bij de Korte Kringloop van water?
A
Neerslag, zeewater verdampt, waterdamp stijgt
B
Waterdamp stijgt, neerslag, zeewater verdampt
C
zeewater verdampt, waterdamp stijgt, neerslag
D
waterdamp stijgt, wolken regenen uit op het land, water via rivieren terug naar zee

Slide 22 - Quiz

Welke 3 begrippen horen bij stuwingsneerslag
A
warme vochtige lucht, condensatie, neerslag
B
koude droge lucht, condensatie, regen
C
stijgende lucht vanaf de lijzijde, neerslag, wolkbreuk
D
Wind vanaf land, weinig wolken, veel neerslag

Slide 23 - Quiz

Stuwingsneerslag is neerslag die opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

aan de slag
Maken :
Leerboek blz. 142 H3 par. 3.4
Werkboek H4 par 3.4 blz. 144 vraag 2-4-5-6
Klaar? 
- Zet de begrippen in StudyGo
- Maak een mindmap of samenvatting van de moeilijkste paragraaf.


Slide 25 - Diapositive