H1E Grammatica les 4

GRAMMATICA LES 4
Lijdend voorwerp
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

GRAMMATICA LES 4
Lijdend voorwerp

Slide 1 - Diapositive

Houd je aan deze volgorde:
- zinsdelen maken
- Wwg
- On
- Lv

Slide 2 - Diapositive

Wat is het WWG?
1. Op de luchthaven zullen de beveiligers alle mobiele telefoons strenger controleren.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het WWG?
2. Vallen volgende week de uren Nederlands uit?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het ON?
3. Mijn moeder luistert de hele dag naar haar favoriete Nederlandstalige zanger.
A
de hele dag
B
Mijn moeder
C
haar favoriete Nederlandstalige zanger
D
Nederlandstalige zanger

Slide 5 - Quiz

Wat is het ON?

4. Dinsdagmiddag moeten de leerlingen hun werkboeken inleveren.
A
de leerlingen
B
hun werkboeken
C
Dinsdagmiddag
D
Er is geen ON

Slide 6 - Quiz

Wat is het ON?
5. Houd het lokaal nou eens schoon!
A
Houd
B
het lokaal
C
nou eens
D
Er is geen ON

Slide 7 - Quiz

Het lijdend voorwerp
Je hebt al zinsdelen gemaakt.
Je hebt al het WWG en het ON.

Dan komt nu de vraag, WIE/WAT+ WWG+ON = LV
voorbeeld:
 Gaan jullie de burgemeester interviewen?
WIE/WAT gaan jullie interviewen?
LV = de burgemeester


Slide 8 - Diapositive

Wat is het LV?
6. Dinsdagmiddag moeten de leerlingen hun werkboeken inleveren.
A
Dinsdagmiddag
B
de leerlingen
C
hun werkboeken
D
moeten inleveren

Slide 9 - Quiz

Wat is het LV?
7. De receptioniste heeft het antwoordapparaat gistermiddag ingeschakeld.
A
het antwoordapparaat
B
De receptioniste
C
gistermiddag
D
Er is geen LV

Slide 10 - Quiz

Wat is het LV?
8. Een medewerker mailde een journalist het nieuws over de haaien.
A
Een medewerker
B
een journalist
C
het nieuws
D
het nieuws over de haaien

Slide 11 - Quiz

Wat is het LV?
9. In het park is een nieuw standbeeld aan de rand van de vijver neergezet door iemand van de gemeente.
A
aan de rand van de vijver
B
In het park
C
door iemand van de gemeente
D
Er is geen LV

Slide 12 - Quiz

Ontleed de volgende zin helemaal:
Vandaag wil klas H1E een klassenuitje gaan bedenken voor in de zomer.
Zet zinsdelen, geef het WWG, ON en LV aan.

Slide 13 - Question ouverte

Ik kan nu het LV uit een zin halen.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz