Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Praktische opdracht
Vandaag werken we aan de PO.
Ga naast je teamgenoot zitten. (PO mag je ook alleen maken)
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
drie landen met elkaar vergelijken vanuit verschillende dimensies.
Dit komt later nog...
de regionale ongelijkheid van je perifere land in kaart brengen
bedenkt een plan hoe het land zich kan gaan ontwikkelen.
Slide 2 - Diapositive
Stap 1: Uitkiezen drie landen
Slide 3 - Diapositive
Stap 2: Doel van vandaag...
Een word-document met daarin:
de namen van de drie landen
Minimaal 2 van de onderstaande dimensies
bewijs voor economische dimensie
bewijs voor demografische dimensie
bewijs voor politieke dimensie
bewijs voor sociaalculturele dimensie
Slide 4 - Diapositive
Log in op de Lesson Up klas
Zoek deze les in je klas
Op de volgende slides zie je voorbeelden van bewijs dat jij kan gaan zoeken.
Let op: je moet voor de eindopdracht vanuit alle 4 de dimensies minimaal 2 bewijzen vinden per land.
Meer mag altijd :)
Slide 5 - Diapositive
Log in op de Lesson Up klas
Sla al het bewijs wat jij vindt op in een word document!
Later ga je van al het bewijs een mooi eindproduct maken, zoals een folder of een poster.
Slide 6 - Diapositive
Voorbeelden economische dimensie
Dit zijn maar voorbeelden... natuurlijk mag je het anders doen!
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld 1
BNP
Bruto Nationaal Product = totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld. Het is een enorm groot geldbedrag (miljarden euro’s) dat alle inwoners van een land samen verdienen. We rekenen dit meestal per inwoner.
Nederland
34.789
Brazilië
11.608
Mali
1.214
Uit deze gegevens kan je de centrum-periferie verhoudingen goed zien!
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas maak een staafdiagram.
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld 2
Primaire, secundaire en tertiaire sector
Wat zijn manieren om een inkomen te verkrijgen in een land? We maken een verdeling tussen primaire, secundaire en tertiaire sector.
Primair = landbouw, visserij en mijnbouw
Secundair = industrie
Tertiair = diensten
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Nederland
2.5 %
15.3 %
82.2 %
Brazilië
15.3 %
21.9 %
62%
Mali
85.8 %
2 %
12.2 %
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas en maak per land een taartdiagram.