Functiewoorden

Functiewoorden
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 44 min

Éléments de cette leçon

Functiewoorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Functiewoorden
De functie van een tekstdeel kun je vaak in één woord samenvatten. Die woorden noemen we functiewoorden.

Slide 3 - Diapositive

Wie doet er wel eens boodschappen bij een supermarkt?

Slide 4 - Diapositive

Elke stelling heeft een eigen functie

Slide 5 - Diapositive

Elke stelling een functie 1
Loop je vanaf de ingang door de Jumbo dan herken je vanzelf de functie van elke stelling. De macaroni staat in een andere stelling dan de bevroren pizza's.

Slide 6 - Diapositive

Elke stelling een functie 2
Vaak hangen er bordjes boven de stellingen. Meestal heb je ze niet nodig. Je verwacht de potten pastasaus bij de pakken macaroni.

Slide 7 - Diapositive

Elke alinea een functie 1
In een tekst heeft elke alinea een functie. Die hangt meestal niet als tussenkopje boven die alinea. Al lezend herken je de functie aan de woorden en zinnen.

Slide 8 - Diapositive

Elke alinea een functie 2
Je verwacht de oplossing niet in de inleiding en de oorzaken niet aan het einde van de tekst.

De macaronizakken staan ook niet naast de pizzadozen.

Slide 9 - Diapositive

Functiewoorden
Een tekstgedeelte (één of meer alinea's) heeft binnen een tekst een bepaalde functie, die je kunt aanduiden met een functiewoord als: 
aanbeveling, aanleiding, constatering, probleemstelling, uitwerking en verklaring. 

Soms kun je zo'n functie herkennen aan een signaalwoord, zoals 'dus' bij een conclusie of 'zo' bij een voorbeeld. Er zijn nog heel veel meer functiewoorden.

Let op! Soms worden functiewoorden verward met signaalwoorden. Signaalwoorden geven verbanden aan en worden letterlijk in de tekst genoemd; functiewoorden (meestal) niet!

Slide 10 - Diapositive

Functiewoorden
  • Vaak voorkomende functiewoorden:
  • aanbeveling
  • probleemstelling
  • tegenwerping
  • uitwerking
  • verklaring
  • weerlegging

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?
A
Aanbeveling
B
Constatering
C
Probleemstelling
D
Uitwerking

Slide 13 - Quiz

Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?
A
Aanleiding
B
Uitwerking
C
Verklaring
D
Constatering

Slide 14 - Quiz

Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?
A
Aanbeveling
B
Aanleiding
C
Probleemstelling
D
Uitwerking

Slide 15 - Quiz

Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?
A
Aanbeveling
B
Aanleiding
C
Constatering
D
Probleemstelling

Slide 16 - Quiz

Tekst A
Het is weer prettig onrustig in de natte weiden van Noord-Holland. De smienten zijn er weer. Met vele, vele tienduizenden zijn deze exotische eenden neergestreken in het lage Hollandse land. En ze zijn onrustig, want het is baltstijd: de tijd om een partner te zoeken. Daarom pronken en fluiten ze: alles om indruk te maken op het mannetje of vrouwtje van hun keuze.
Naar: www.noordhollandsdagblad, 23 oktober 2018

Slide 17 - Diapositive

Welk functiewoord past bij deze tekst?
A
aanbeveling
B
aanleiding
C
constatering
D
uitwerking

Slide 18 - Quiz

Tekst B
Dat materiaal sneller breekt als het koud is, heeft te maken met een verminderde elasticiteit. In normale omstandigheden loopt metaal van een auto alleen maar wat deukjes op als je het een schop geeft. Een rubberen bal die op de grond valt, gaat ook al niet stuk. In elastisch materiaal (zoals metaal en rubber) kunnen moleculen ten opzichte van elkaar een beetje bewegen. Hierdoor verdeelt de kracht van een klap of trap zich over een groot gebied in het materiaal. Maar als je iets koud maakt, kunnen de moleculen minder goed ten opzichte van elkaar bewegen. De kracht van een klap concentreert zich dan in een kleiner gebiedje, waardoor er scheuren ontstaan en het materiaal uiteindelijk breekt.
Naar: Quest, januari 2019

Slide 19 - Diapositive

Welk functiewoord past bij deze tekst?
A
probleemstelling
B
verklaring
C
constatering
D
uitwerking

Slide 20 - Quiz

Tekst C
Het is dus belangrijk om je loonstrookjes te bewaren. Je hebt ze nodig als je geld wilt terugvragen bij de Belastingdienst. Bovendien kun je zo altijd controleren of het aantal gewerkte uren klopt.

Slide 21 - Diapositive

Welk functiewoord past bij deze tekst?
A
aanbeveling
B
aanleiding
C
constatering
D
uitwerking

Slide 22 - Quiz

Tekst D
In de zomer warmen kunstgrasvelden snel op: bij een buitentemperatuur hoger dan 25 graden Celsius wordt op kunstgras al gauw een temperatuur bereikt van bijna 60 graden. Je krijgt dan net zoiets als bij een zandstrand in Zuid-Europa aan het begin van de middag: je kunt er niet met je blote voeten op lopen. Voor sporters die niet alleen rennen op zo’n kunstgrasveld, maar er ook op uitglijden en vallen, is dat een gevaarlijke toestand.

Slide 23 - Diapositive

Welk functiewoord past bij deze tekst?
A
probleemstelling
B
verklaring
C
constatering
D
uitwerking

Slide 24 - Quiz

Tekst E
[1] Vorige week woensdag hebben kinderen van basisschool de Ridderhof op het Muziekplein in Utrecht een deel van een parkeerplaats veranderd in een Tiny Forest. De kinderen hebben elk vier bomen geplant, waarvan er één een etiket met hun naam krijgt. Ze mogen ook een naam voor die boom bedenken.
[2] Een Tiny Forest is een dichtbegroeid minibos ter grootte van een tennisbaan midden in de stad. Het achterliggende idee is: ervoor zorgen dat kinderen en buurtbewoners meer in aanraking komen met natuur, en een prettige plek creëren voor vogels, insecten en kleine zoogdieren als konijnen en eekhoorns.

Slide 25 - Diapositive

Welk functiewoord past bij ALINEA 1 van deze tekst?
A
aanbeveling
B
aanleiding
C
constatering
D
uitwerking

Slide 26 - Quiz

Tekst E
[1] Vorige week woensdag hebben kinderen van basisschool de Ridderhof op het Muziekplein in Utrecht een deel van een parkeerplaats veranderd in een Tiny Forest. De kinderen hebben elk vier bomen geplant, waarvan er één een etiket met hun naam krijgt. Ze mogen ook een naam voor die boom bedenken.
[2] Een Tiny Forest is een dichtbegroeid minibos ter grootte van een tennisbaan midden in de stad. Het achterliggende idee is: ervoor zorgen dat kinderen en buurtbewoners meer in aanraking komen met natuur, en een prettige plek creëren voor vogels, insecten en kleine zoogdieren als konijnen en eekhoorns.

Slide 27 - Diapositive

Welk functiewoord past bij ALINEA 2 van deze tekst?
A
aanbeveling
B
aanleiding
C
constatering
D
uitwerking

Slide 28 - Quiz

Extra uitleg!
Heb je extra hulp nodig bij de toetsstof? Bekijk dan de twee video's die hierna komen. Hierin geeft een docent Nederlands extra uitleg over functiewoorden en bespreekt hij een aantal opdrachten uit de online methode. Je kunt dus zelf meekijken in je eigen opdrachten! 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Vidéo