e/i Wechsel

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

schrijf 4 werkwoorden op,

die je in het lied hoort. 

De vervoeging, die je in het 

video gehoord hebt + infinitief 

(bijvoorbeeld: ich wohne, wohnen)

In welcher Stadt bin ich?

Planung heute

- Wörtertest

- selbstständig arbeiten in LessonUp --> starke Verben e/i Wechsel

- Stempel

Aan het eind van deze les

... ken je de woorden van Wörterliste A tweede helft

... heb je de e/i wisseling bij sterke werkwoorden herhaald 

... heb je minimaal 11 stempels op de stempelkaart

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?

1. sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, zwakke niet.
2. zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, sterke niet.

Schrijf de uitgangen onder elkaar op van de sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden.

Sterke werkwoorden met een

-e- in de stam.

E/i-Wechsel

De 'e' verandert bij du & er/sie/es in een i of in ie.

* werkwoorden met een korte e (helfen) -> i

* werkwoorden met een lange e (sehen) -> ie

E/i-Wechsel

(2 uitzonderingen)

1. De sterke ww geben, nehmen en treten 

    hebben een lange klank, maar krijgen een i 

    ipv een ie.

   Nehmen - du nimmst

   Geben - du gibst

2. De sterke ww gehen en (ver)stehen 

     hebben geen e/i-Wechsel. 

    Gehen -  du gehst

Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:

1. e->ie
2. e-> ee
3. e->i

Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:

1. e->i
2. e->ie
3. e->ee
4. er verandert niets

Vul de juiste vervoeging in.
Mein Onkel .......... gut Deutsch

1. sprecht
2. spriecht
3. spreekt
4. spricht

Du ........... jetzt mein Gesicht.

1. sehst
2. siehst
3. siehts
4. sieht

Du ......... mir ein Geschenk.

1. gebst
2. gibst
3. gibt

Meine Tante ........... uns mit.

1. nimmt
2. nihmt
3. nehmt
4. nimt

Bij welke 3 sterke werkwoorden met een 'e' in de stam vindt er geen e/i- wissel plaats?

1. sehen, geben, bewegen
2. stehen, lesen, gehen
3. stehen, gehen, bewegen
4. gehen, sehen, geben

Und jetzt?

Stempeln!

Aan het eind van deze les

... ken je de woorden van Wörterliste A tweede helft

... heb je de e/i wisseling bij sterke werkwoorden herhaald 

... heb je minimaal 11 stempels op de stempelkaart

Hausaufgaben

3 neue stempel

Redemittel A komplett leren

Bis nächste Woche!