A2: Scheidbare werkwoorden
1 / 25
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
De jongens ruilen de voetbalplaatjes
Wat is het werkwoord?
Wat is het werkwoord?
A
jongens
B
ruilen
C
voetbalplaatjes
D
de
Slide 4 - Quiz
Het meisje danst een volksdans.
Wat is het werkwoord?
Wat is het werkwoord?
A
meisje
B
het
C
volksdans
D
danst
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Ik lach hem niet uit!
Wat is het scheidbaar werkwoord?
Wat is het scheidbaar werkwoord?
A
lachen
B
uitlachen
Slide 12 - Quiz
Ik maak de keuken schoon.
Wat is het scheidbaar werkwoord?
Wat is het scheidbaar werkwoord?
A
schoonmaken
B
maken
Slide 13 - Quiz
Noem 2 scheidbare
werkwoorden
werkwoorden
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Ik ........ een briefje voor mijn moeder ..... (ophangen)
Slide 19 - Question ouverte
Zij ....... haar vriend vanavond ......
(opbellen)
(opbellen)
Slide 20 - Question ouverte
Zij ....... hun vrienden voor morgen ......
(uitnodigen)
(uitnodigen)
