Leenwoorden & spelling Engelse werkwoorden - H2

Leenwoorden & Engelse werkwoorden

Wat weet jij er al van?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Leenwoorden & Engelse werkwoorden

Wat weet jij er al van?

Slide 1 - Diapositive

Komt dit leenwoord uit het Engels of uit het Frans?

diner
A
Engels
B
Frans

Slide 2 - Quiz

Komt dit leenwoord uit het Engels of uit het Frans?

niveau
A
Engels
B
Frans

Slide 3 - Quiz

Komt dit leenwoord uit het Engels of uit het Frans?

make-up
A
Engels
B
Frans

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
plugin
B
plug-in

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
accountmanager
B
account manager

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
logé
B
loge

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
charmânt
B
charmant

Slide 8 - Quiz

Welke woorden zijn juist gespeld?
A
affiche
B
cappaciteiten
C
legendarische
D
onmiddelijk

Slide 9 - Quiz

Welke woorden zijn juist gespeld?
A
glamour girl
B
café
C
intensive care
D
whip lash

Slide 10 - Quiz

Welke woorden zijn juist gespeld?
A
applaudisseren
B
quote's
C
crème-fraîche
D
aktrice

Slide 11 - Quiz

Noteer een Nederlands woord voor het onderstreepte leenwoord:

Op deze website kun je tickets kopen voor het concert van
Adèle.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer een Nederlands woord voor het onderstreepte leenwoord:

'Deze week verloot de ijssalon tien vouchers ter waarde van 5 euro.

Slide 13 - Question ouverte

Noteer een Nederlands leenwoord voor het onderstreepte woord:

Mijn oma woont op de 3e verdieping.

Slide 14 - Question ouverte

Vul op de puntjes een vorm van het werkwoord relaxen in.

Hij ... vandaag.

Slide 15 - Question ouverte

Vul op de puntjes een vorm van het werkwoord relaxen in.

Wij ... gisteren.

Slide 16 - Question ouverte

Vul op de puntjes een vorm van het werkwoord relaxen in.

Zij hebben ... .

Slide 17 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste werkwoordsvorm in:

De kok (grillen-vt) een paar visjes voor de klanten.

Slide 18 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste werkwoordsvorm in:

Waarom (deleten) de ambtenaren destijds die geheime bestanden?

Slide 19 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn moeder is heel nieuwsgiering. Ze (googelen) van alles!

Slide 20 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste werkwoordsvorm in:

Vanmorgen heb ik lekker een uurtje (skaten)

Slide 21 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste werkwoordsvorm in:

We hebben vorig jaar (backpacken) in Europa.

Slide 22 - Question ouverte