4.1 - Een stroomkring maken (les 3)

Dag R2B! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op lessonup.app. Doe daarna je laptop op een kiertje.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dag R2B! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op lessonup.app. Doe daarna je laptop op een kiertje.

Slide 1 - Diapositive

Dag R2A! Ga op een plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op lessonup.app. Doe daarna je laptop op een kiertje.

Slide 2 - Diapositive

4.1 - Een stroomkring maken (les2)

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen voor vandaag
4.1.3 - Je kunt een verschil tussen geleider en isolatoren beschrijven

4.1.4 - Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen. Deze kennis heb je opgedaan door een practicum te doen.

4.1.5 - Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

Slide 4 - Diapositive

Waar hebben we het de vorige keer over gehad?

Slide 5 - Diapositive

Waarom krijg ik geen schok?

Slide 6 - Diapositive

Isoleren en geleiden

Slide 7 - Diapositive

Hoe bewegen ladingen?
Geleider: stoffen waar ladingen makkelijk doorheen stromen.
Zoals: ...................
Isolator: stoffen waar ladingen moeilijk doorheen stromen.
Zoals: ...................

Slide 8 - Diapositive

Hoe bewegen ladingen?
Geleider: stoffen waar ladingen makkelijk doorheen stromen.
Zoals: koper, ijzer, aluminium
Isolator: stoffen waar ladingen moeilijk doorheen stromen.
Zoals: hout, lucht en plastic

Slide 9 - Diapositive

De stroomsterkte meten
Met een stroommeter meten we de stroomsterkte in Ampère (A)
De stroomsterkte is overal in de kring even groot! Het maakt dus niet uit waar je meet.

Slide 10 - Diapositive

Hoe schrijven we het op?


De stroomsterkte kan je meten met een

 Stroommeter. Deze meet het aantal ladingen dat op een bepaalde plek passeert in 1 seconde!

Stroomsterkte  kent de eenheid Ampere

Afgekort als [A]

Kleine waarden schrijf je als milli-ampere [mA)



Slide 11 - Diapositive

Omrekenen
0,05 A = ……………………mA

0,25 A = ……………………mA

14 mA = ………………….A

750 mA = ……………………A

Slide 12 - Diapositive

omrekenen
:1000
mA ——> A 

x1000
     A ——-> mA

Slide 13 - Diapositive

1250 mA = ...... A

Slide 14 - Question ouverte

800 mA = ... A

Slide 15 - Question ouverte


Vul in...
0,375 A =……………. mA

Slide 16 - Question ouverte

Reken om:
1,7 A = .............mA

Slide 17 - Question ouverte

Reken om:
a 5 mA = … A
b 452 mA = … A
c 5,75 A = … mA
d 0,85 A = … mA

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Wat geeft de stroommeter aan?
A
2 A
B
0,2 A
C
0,02 A

Slide 20 - Quiz

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?
A
4 A
B
0,4A
C
0,04 A

Slide 21 - Quiz

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten van H4.1 af

Hoe? Je mag fluisterend overleggen

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Ga aan de slag met de test jezelf.

Slide 22 - Diapositive