Hoofdstuk 3 - voorbereiden op de toets

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welke klimaten hebben we behandeld in dit hoofdstuk?

Noem een klimaat dat je voorbij zag komen

Wat zijn de kenmerken van een regenwoudklimaat?

1. boven 18 graden gemiddeld en veel neerslag
2. boven de 10 graden en 's zomers veel neerslag
3. boven de 18 graden gemiddeld en 's winters veel neerslag
4. Onder de 20 graden gemiddeld en weinig neerslag

Wat zie je hier gebeuren?

Stuwingsregen: 

ontstaat bij stijgende vochtige lucht in de bergen. De loefzijde is de natte kant, waar de wind vandaan komt en de lijzijde is de droge kant. 

Hogere gebieden zijn dus vaak ook natter!

Dit zijn vegetatiegordels op een berg.

Hoeveel kouder word het per 1000 meter?

Bekijk de afbeelding.

Is de invalshoek van de zon groter in de zomer of winter?

1. In de zomer
2. In de winter

's zomers (21 juni) staat de zon recht boven de kreeftskeerkring. 's winters boven de steenbok. In de zomer is het dus warmer bij ons (kleinere invalshoek).

bekijk deze afbeelding

Wat zag je op de foto?

''onze'' warme golfstroom stroomt naar het noordoosten! tip voor de toets ;)

Noem 2 redenen waarom het in de zomer warmer is in maastricht dan in den helder. (nog een tip voor de toets)