Krachten kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel.
Krachten herken je aan de drie effecten die ze kunnen hebben:
de grootte van de snelheid verandert
de richting van de snelheid verandert
de vorm van een voorwerp verandert
Slide 3 - Diapositive
Grootte van de snelheid veranderd
Slide 4 - Diapositive
Richting van de snelheid veranderd
Slide 5 - Diapositive
De vorm van het voorwerp veranderd
Slide 6 - Diapositive
Hier zie je een effect van spierkracht.
Welk effect op de kogel?
A
de vorm verandert
B
de grootte van de snelheid verandert
C
De richting van de snelheid verandert
Slide 7 - Quiz
Hier zie je een effect van spierkracht.
Welk effect op het blokhout?
A
de vorm verandert
B
de grootte van de snelheid verandert
C
De richting van de snelheid verandert
Slide 8 - Quiz
Soorten krachten
Welke krachten kennen jullie?
Kracht = F (Force)
Slide 9 - Diapositive
Spierkracht, Fspier
De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent. Bij voetballen geeft de spierkracht de bal een snelheid. Een zeiler gebruikt zijn spierkracht om het zeil op te hijsen.
Slide 10 - Diapositive
Veerkracht, Fv
De veerkracht is de kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht.
Slide 11 - Diapositive
Spankracht, Fs
Wanneer jij aan een touw trekt komt het touw strak te staan. Je kunt wel harder trekken, maar het touw trekt net zo hard terug. In het touw heb je een spankracht
Slide 12 - Diapositive
Zwaartekracht Fz
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.
Slide 13 - Diapositive
Magnetische kracht, Fm
Wanneer je twee verschillende polen van een magneet bij elkaar houdt trekken ze elkaar aan en twee dezelfde polen stoten elkaar af.
Slide 14 - Diapositive
Spankracht
A
in een veer
B
in een kabel
C
in een touw
D
van een ondergrond
Slide 15 - Quiz
Iemand in de sportschool tilt een zware halter op. welke kracht gebruikt hij?
A
veerkracht
B
spierkracht
C
magnetische kracht
Slide 16 - Quiz
Wat voor kracht wordt gebruikt?
A
Spierkracht
B
Veerkracht
C
Zwaartekracht
D
Magnetische kracht
Slide 17 - Quiz
Welke krachten werken er in dit plaatje? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Spierkracht
B
Zwaartekracht
C
Spankracht
D
Magnetische kracht
Slide 18 - Quiz
Noteer de kracht uit het plaatje
A
spierkracht
B
windkracht
C
magnetische kracht
D
motorkracht
Slide 19 - Quiz
Je probeert 2 magneten tegen elkaar te duwen maar dat lukt niet. Welke kracht is hier het grootst?
A
spierkracht
B
magnetische kracht
Slide 20 - Quiz
Krachten tekenen
Altijd als een pijl. Heeft een aangrijpingspunt Heeft een groote Heeft een richting