5.3 het oog (les 2)

Hoe komt het dat beschadiging van het gehoorzintuig door geluid (> 80 dB) onherstelbaar is?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoe komt het dat beschadiging van het gehoorzintuig door geluid (> 80 dB) onherstelbaar is?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

het oog les 2
Waardoor kun je kleuren zien?
Hoe kun je scherpstellen? 
Wat is er aan de hand als je bijziend of verziend bent? 

Maar eerst...ken je de onderdelen van het oog nog? (les 1)
en hoe kun je het oog beschermen tegen teveel licht?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde: je kunt ze naar de juiste plaats slepen.

Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
pupil

Slide 6 - Question de remorquage

Pupilreflex
overdag
's nachts
Lengtespieren gespannen
Kringspieren gespannen

Slide 7 - Question de remorquage

Waardoor kun je kleuren zien? 
- Netvlies; 
   met gele en 
   blinde vlek
- Oogzenuw 
- Ligging en 
functie K en S

Slide 8 - Diapositive

Kegeltjes 

 *Met kegeltjes kun je goed kleuren zien
*Ze liggen vooral in de gele vlek
*Drempelwaarde is hoog

verschillende typen
Staafjes zitten op het netvlies.

*Met staafjes kun je  licht en donker (contrast) zien
*Ze liggen verspreid over het netvlies
*Drempelwaarde is laag

een type

Slide 9 - Diapositive

netvlies = lichtzintuig
zintuigcellen = kegeltjes en staafjes

Slide 10 - Diapositive

Normale werking ooglens.
Hoe kun je scherpstellen? 
bijziend/verziend
oogbol is te lang/kort

Slide 11 - Diapositive

Wat is er aan de hand als je 
bijziend / verziend bent?

Bijziend -> ziet goed dichtbij (Sterkte -)
Ooglens te bol of oogbol te lang

Verziend -> ziet goed ver weg (Sterkte +)
Ooglens te plat of oogbol te kort

Slide 12 - Diapositive

Bijziend & Verziend

Slide 13 - Diapositive

Bijziend                                  Verziend 
Negatieve lens                      Positieve lens

Slide 14 - Diapositive

Wanneer je bijziend bent kun je dingen van …………. goed zien. Het beeld wordt door de lens te sterk gebogen. Het valt dan niet op het netvlies, maar ………… Door ………… lenzen komt het beeld weer goed op het netvlies.

Slide 15 - Diapositive

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 16 - Question de remorquage

in het netvlies liggen twee soorten zintuigcellen: kegeltjes en staafjes.
Met welke cellen zie je kleur?
A
kegeltjes
B
staafjes

Slide 17 - Quiz

De drempelwaarde van kegeltjes is hoger dan die van staafjes?
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Komen in de blinde vlek kegeltjes voor? En staafjes?
A
Nee, geen kegeltjes en ook geen staafjes.
B
Alleen kegeltjes.
C
Alleen staafjes.
D
Zowel kegeltjes als staafjes.

Slide 19 - Quiz

oogafwijking
oogbol
ooglens
brillenglas
dichtbij is onscherp
veraf is onscherp
Vul het schema over verziend, bijziend en een mindere soepele lens.
te kort
bol
bijziend
te bol
te plat
te lang
verziend
hol

Slide 20 - Question de remorquage

huiswerk
5.3 opdrachten 5, 8 t/m 10 maken
 en 5.3 leren

Samenvattingen 5.1 t/m 5.3 inleveren foto's via classroom

Slide 21 - Diapositive