schrijven h2 'Een bouwplan maken'

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1


Vandaag...
- Schrijven h2

Leerdoel:
- Ik kan een bouwplan voor een tekst maken

Huiswerk vrijdag  2 september: 
- Maken: Schrijven H2 (neem je bouwplan mee!)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1


Vandaag...
- Schrijven h2

Leerdoel:
- Ik kan een bouwplan voor een tekst maken

Huiswerk vrijdag  2 september: 
- Maken: Schrijven H2 (neem je bouwplan mee!)

Slide 1 - Diapositive

Stel... je moet een tekst schrijven
over de plannen om op diverse (toeristische) plaatsen voor de kust windmolenparken te bouwen voor schone energie. Dat heeft voordelen en nadelen.
Waarover moet je nadenken voordat je begint met schrijven?

Slide 2 - Question ouverte

Leerdoelen
- Ik kan  een bouwplan maken

Slide 3 - Diapositive

 H2 Schrijven

Voordat je een tekst gaat schrijven, denk je na over:
- Het onderwerp
- Het tekstdoel -->
                    amuseren, informeren, overtuigen, activeren
- De hoofdgedachte
- De inhoud --> wat wil je vertellen, in welke volgorde (structuur)

Slide 4 - Diapositive

Bouwplan

Voorbereiding:
Noteer het onderwerp, 
tekstdoel 
en de hoofdgedachte

Maak een schema met 4 kolommen:
A: Inleiding, middenstuk, slot
B: Alineanummers
C: Deelonderwerpen
D: De inhoud 
in voldoende steekwoorden 

Slide 5 - Diapositive

 H2 Schrijven: opdracht 1
Bekijk dit incomplete bouwplan:


 Gezamenlijk tekst 1 lezen


Maken H2 schrijven
opdracht 1 en 2

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ik kan een bouwplan schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

Huiswerk
Vrijdag 2 september: Hoofdstuk 2 Schrijven: Een bouwplan maken
Maak de gepersonaliseerde opdrachten online dit is inclusief de startopdracht.

Handelingsdeel woordenschat: hoofdstuk 1 & 2 moet in week 46 af zijn dus in de week van 14 november.

Slide 9 - Diapositive

formuleren hoofdstuk 1: variatie in woordgebruik

Slide 10 - Diapositive

Zo varieer je in taalgebruik
*Gebruik Synoniemen.
*Gebruik verwijswoorden.
*Laat het woord zo mogelijk weg.

Slide 11 - Diapositive

Gebruik synoniemen
Voorbeelden:
*Corrigeren, herstellen, in orde maken, verbeteren
*Anders, verschillend, tegendraads, zo niet
*Vriend, makker, maatje, gabber


(tip: ga naar synoniemen.net als je geen synoniemen weet)

Slide 12 - Diapositive

Gebruik verwijswoorden
Voorbeelden:
Die, dat, dan, er, daarom , daar, Hij, zij, we

Slide 13 - Diapositive

Laat het woord zo mogelijk weg

Slide 14 - Diapositive

welke 3 manieren zijn er om te variëren in voordgebruik?

Slide 15 - Question ouverte

Corrigeren
Anders
vriend
herstellen
in orde maken
verbeteren
verschillend
tegendraads
zo niet
makker
maatje
gabber

Slide 16 - Question de remorquage

Welk verwijswoord kan je gebruiken voor de naam Tom?
A
zij
B
jij
C
wij
D
hij

Slide 17 - Quiz

bedenk een synoniem voor het woord: computer

Slide 18 - Question ouverte

Hoe vond je onze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage