Les fictie 27-10

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Fictie

Waar denk je aan bij fictie?

Fictie

- Verzonnen

- Fantasie van de schrijver

Non-fictie

- Gebaseerd op feiten

- Voorbeeld: schoolboeken, nieuwsberichten

Planning 

- Uitleg over personages, karaktereigenschappen, chronologische en niet-chronologische volgorde, flashbacks en spanningselementen

- Samen een verhaal ''brommer op zee'' lezen

- In groepjes vragen maken over de tekst 

-Afsluiting

Doelen van deze les:

-Begrippen op kunnen noemen, en de betekenis ervan uitleggen

-Begrippen in een verhaal herkennen

Personages 

- Personages ondergaan gebeurtenissen

- Hoofdpersonen, bijpersonen, helpers en vijanden

Karaktereigenschappen

- Eigenschappen persoonlijkheid personages

Chronologisch & niet- chronologisch

- Chronologisch: de gebeurtenissen in het verhaal worden achter elkaar verteld

- Niet-chronologisch: de gebeurtenissen in het verhaal worden onderbroken

Flashback

- Er wordt teruggekeken in het verleden

Spanningselementen

- Open plek -> de schrijver laat informatie weg -> lezer krijgt vragen

-Onverwachtse wending -> er gebeurd iets onverwachts in het verhaal

-Gevaarlijke situatie -> een personage wordt in een gevaarlijke situatie geplaatst

Verhaal ''brommer op zee'' samen lezen

1. Welke personages zie je in dit tekstfragment?

2. Wat zijn de karaktereigenschappen van Isaäc?

3. Wat kom je te weten over de man op de brommer?

4. Zitten er flashbacks in het verhaal?

5. Wordt het verhaal in chronologische of niet-chronologische volgorde verteld?

6. Worden er spanningselementen gebruikt? Zo ja, welke?

Afsluiting