H3 Elektriciteit in Huis - 3.2 Weerstand

H3 Elektriciteit in huis - 3.2 weerstand (Les 1)
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H3 Elektriciteit in huis - 3.2 weerstand (Les 1)

Slide 1 - Diapositive

vul de ontbrekende woorden in. 
Stroom kan alleen lopen door .......................................................................................... stroomkring



Een elektrische apparaat haalt zijn energie uit een .................................................................



Spanning wordt gemeten in.............................. ............................................



Stroomsterkte wordt gemeten in ................................................




open
gesloten
spanningsbron
stroomkring
Volt
ampere
isolator
geleider

Slide 2 - Question de remorquage

Parallel schakeling
Serie schakeling

Slide 3 - Question de remorquage

Koppel de juiste naam en de manier waarop je die aansluit, aan de symbolen.
spanningsmeter
stroommeter
Serie
Parallel

Slide 4 - Question de remorquage

Merijn maakt een schakeling.  De spanning en stroomsterkte over de lamp wordt gemeten. Sleep de onderdelen naar de juiste plaats.

Slide 5 - Question de remorquage

Een powerbank met een capaciteit van 3200 mAh is leeg na 40 uur. Bereken de stroomsterkte door de pokerbank. (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen:
  • ik kan uitleggen wat een geleider en isolator is. en voorbeelden geven van isolators en geleiders
  • ik kan uitleggen wat elektrische weerstand is waarvoor je hem gebruikt  en hoe je deze kunt meten
  • Ik kan met de formule R = U : I de verschillende grootheden berekenen. (hierbij gebruik ik de juiste grootheid en eenheid symbolen). 
  • ik kan met een de grootte van een weerstand bepalen met een kleurcodetabel. 
  • ik kan de totale weerstand in een serieschakeling bepalen. 

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen:
  • ik kan uitleggen wat een geleider en isolator is. en voorbeelden geven van isolators en geleiders
  • ik kan uitleggen wat elektrische weerstand is waarvoor je hem gebruikt  en hoe je deze kunt meten
  • Ik kan met de formule R = U : I de verschillende grootheden berekenen. (hierbij gebruik ik de juiste grootheid en eenheid symbolen). 
  • ik kan met een de grootte van een weerstand bepalen met een kleurcodetabel. 
  • ik kan de totale weerstand in een serieschakeling bepalen. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Geleiders/Isolatoren
Het verschil tussen geleiders en isolatoren is de weerstand.

Geleiders: kleine weerstand laten de stroom makkelijk door. 
Isolator: Grote weerstand geleiden de stroom zeer slecht of niet. 

Geleiders: Alle metalen (koper, ijzer, aluminium, enz) koolstof, zout water
Isolatoren: rubber, porselein, hout, kunststoffen, zuiver water. 

Slide 11 - Diapositive

Geleider of geen geleider? Sleep de voorwerpen naar het goede vak
Geleider
 isolator
koolstof
staal
koper
pvc
rubber
glas
aluminium

Slide 12 - Question de remorquage

elektrische weerstand
Weerstand bepaalt hoe makkelijk stroom ergens door heen gaat. 

Hoe groter de weerstand hoe moeilijker de stroom er door heen kan. 

Geleider heeft kleine weerstand, isolator een grote weerstand. 

Weerstand meet je met een multimeter

Weerstand (R) meet je in ohm (Ω)

Slide 13 - Diapositive

Grootheid
Symbool
Eenheid
afkorting
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampere
A
Capaciteit
C
ampere-uur
Ah
Weerstand
R
ohm
Ω
Vul tabel aan:  

Slide 14 - Diapositive

Heeft hout dan een grote weerstand of een kleine weerstand?
A
Groot
B
Klein

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een tosti-apparaat heeft een stroomsterkte van 6,5 A. de spanning is 230V. Bereken de weerstand van het tosti apparaat. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • I = 6,5 A          U = 230 V
  • Weerstand (R)  
  •  R = U : I 
  •  R = 230 : 6,5 = 35,5 
  •  De weerstand is 35,5 Ω

Slide 17 - Diapositive

In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Slide 18 - Question ouverte

De spanning in een weerstand is 6V, de weerstand van de weerstand is 50 ohm. bereken de stroomsterkte

Slide 19 - Question ouverte

tips berekeningen
let goed op eenheden: Staan spanning en Stroomsterkte allebei in dezelfde grootte ( beide normaal (1V en 1A) of beide in milli (1 mV  en 1 mA)

Weerstand: R = U : I 
spanning: U = R x I 
Stroomsterkte: I = U : R 

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
Wat: Maken 3.2 opdracht: 3,4,5,7,8,10,17, 18, 19
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd:30 min 
Resultaat: Inzicht krijgen in beheersing leerdoelen 3.2
klaar: 1. Nakijken 3.1 / 3.2  2. Uitwerken leerdoelen. 3 Ander vak. 

Slide 21 - Diapositive

H3 Elektriciteit in huis - 3.2 weerstand (Les 2)

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag
Wat: Maken Entreeopdracht 
Hoe: Zelfstandig in stilte 
Hulp: Binas
Tijd:10 min
Resultaat: Bespreken entree opdracht en inzichtelijk maken hoe je de stof tot nu toe beheerst 
klaar: Nakijken huiswerk met nakijkboek. 

timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

Nakijken 
Kijk gemaakt werk na met rode pen (vooraan pakken)

Verbeter fouten

Na nakijken lever je opdracht bij mij in. 

Slide 24 - Question de remorquage

Ik beheers de tot nu toe behandelde stof:
Goed
Voldoende
Matig
Slecht

Slide 25 - Sondage

Leerdoelen:
  • ik kan uitleggen wat een geleider en isolator is. en voorbeelden geven van isolators en geleiders
  • ik kan uitleggen wat elektrische weerstand is waarvoor je hem gebruikt  en hoe je deze kunt meten
  • Ik kan met de formule R = U : I de verschillende grootheden berekenen. (hierbij gebruik ik de juiste grootheid en eenheid symbolen). 
  • ik kan met een de grootte van een weerstand bepalen met een kleurcodetabel. 
  • ik kan de totale weerstand in een serieschakeling bepalen. 

Slide 26 - Diapositive

Grootte Weerstand bepalen
Weerstand:

elke weerstand  heeft een bepaalde grootte

De grootte kun je bepalen aan de hand van de kleur van de ringen. 

een weerstand heeft 4 of 5 ringen

elke kleur heeft een bepaalde waarde  

met binas tabel 13 kun je de grootte van een weerstand bepalen. 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Grootte Weerstand bepalen
  •  we lezen een weerstand van links naar rechts tenzij anders aangegeven
  • de eerste twee ringen staan voor een getal (bij 5 ringen de 1e 3 ringen) rood=1  zwart = 0 dit wordt 10 
  • De derde ring (vierde ring bij vijf) geeft aan hoeveel nullen er achter komen te staan. Rood dus 2 --> 1000
  • De laatste ring geeft aan hoeveel procent de weerstand kan afwijken (zilver en goud komt alleen hier voor) goud dus 5% 

  • De grootte van de weerstand is 1000Ω +- 5%

Slide 29 - Diapositive

voorbeeld 2: 
5 ringen:
  • De eerste 3 ringen zijn een getal: rood=2 paars = 7 zwart = 0 --> vormt dus 270

  • De vierde ring is aantal nullen die er achter komen te staan: oranje = 3  --> 270000 

  • De laatste ring is de afwijking. de laatste ring is bruin --> bruin is 1 %

  • de weerstand is 270000 Ω +- 1%

Slide 30 - Diapositive

Geef de waarden van de weerstanden.

Gebruik BINAS-tabel 13
Kleurcodes van weerstanden
Weerstand 1 =...ohm; Weerstand 2 =...ohm.

Slide 31 - Question ouverte

weerstand in serie
  • in serie zitten alle onderdelen in dezelfde stroomkring

  • elk onderdeel heeft een eigenweerstand

  • Totale weerstand in een serieschakeling is alle weerstanden bij elkaar opgeteld
R(TOT)=R1+R2+.....

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag
Wat: Maken 3.2 opdracht  20 t/m 27  
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd:15-20 
Resultaat: Inzicht krijgen in beheersing leerdoelen. na twintig minuten bespreken. 
klaar: 1. Nakijken 3.2 met nakijkboek . 2. Uitwerken leerdoelen. 3 Ander vak. 

Slide 33 - Diapositive