PTA - module 1 - begrijpend lezen - tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

HUISWERK - 3 februari af

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Houd het schema erbij!

Leer het schema uit je hoofd

Leerdoelen vorige week:

Aan het eind van deze les:

1. Weet je wat een SIGNAALWOORD is en kun je hierbij een voorbeeld noemen;​
   
2. 
   Weet je wat een TEKSTVERBAND is en kun je hierbij een voorbeeld noemen;​
   
3. 
   Kun je aan signaalwoorden zien, welk tekstverband het is.

Nakijken

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Houd het schema erbij!

Leer het schema uit je hoofd

Leerdoelen:

Aan het eind van deze les:

1. Kun je signaalwoorden uit een zin halen;
2. Kun je tekstverbanden uit een zin halen;
3. 
   Kun je aan signaalwoorden zien, welk tekstverband het is.

Welke tekstverbanden zijn er?

• Opsomming/ volgorde van tijd

Ik ging eerst naar de bakker, toen naar de slager en ik kocht brood, gebak en krentenbollen.

• Tegenstelling

We mochten niet naar school, maar moesten wel thuis les volgen.

Welke tekstverbanden zijn er?

• Oorzaak - gevolg/ reden

Doordat we thuis moesten werken, was mijn motivatie weg. Dus ik deed niet veel...

• Voorbeeld / voorwaarde

Thuis les volgen is heerlijk, mits hetrusig is in huis. Bijvoorbeeld, als mijn zusje buiten speelt.

Welke signaalwoorden horen erbij?

• Opsomming/ volgorde van tijd

Ik ging eerst naar de bakker, toen naar de slager en ik kocht brood, gebak en krentenbollen. Tot slot ging ik naar de slager.

• Tegenstelling

We mochten niet naar school, maar moesten wel thuis les volgen. Toch vond ik dit wel leuk.

Welke signaalwoorden horen erbij?

• Oorzaak - gevolg/ reden

Doordat we thuis moesten werken, was mijn motivatie weg. Dus ik deed niet veel...

• Voorbeeld / voorwaarde

Thuis les volgen is heerlijk, mits het rusig is in huis. Bijvoorbeeld, als mijn zusje buiten speelt.

Tegenstelling

Reden, verklaring

Maar

Toch

Daarentegen

Daarom

Want

Omdat

Opsomming

Oorzaak-gevolg

Daarnaast

Ook

Vervolgens

Doordat

Waardoor

Daardoor

Mijn band is lek, daarom ga ik met de bus naar school.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

In de dierentuin heb ik veel dieren gezien. Eerst zagen we flamingo's en daarna de pinguïns.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Ik eet veel groente, maar spruitjes vind ik niet lekker.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden

Mijn oom stond in de file, daardoor kwam hij te laat.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Het hotel was geweldig. De bedden lagen heerlijk en we hadden mooi uitzicht.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Ik ga naar de voorstelling, omdat ik de muziek geweldig vind.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Huiswerk 13 februari af

Opdracht 6

Opdracht 7 (volgende 2 slides)

Houd het schema erbij!

Leer het schema uit je hoofd

www.stoopned.net