Europa weet je het nog? H1 t/m H4 (begin)

Hoe kan de overheid een overheidstekort oplossen? (meerdere antwoorden goed)
A
door de belastingen te verlagen
B
door te bezuinigen op overheidsuitgaven
C
door op de vermogensmarkt te lenen
D
door de AOW-leeftijd te verlagen
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Hoe kan de overheid een overheidstekort oplossen? (meerdere antwoorden goed)
A
door de belastingen te verlagen
B
door te bezuinigen op overheidsuitgaven
C
door op de vermogensmarkt te lenen
D
door de AOW-leeftijd te verlagen

Slide 1 - Quiz

Door de plotselinge neergang van de economie wil de overheid bezuinigen. dit is een voorbeeld van...
A
automatische conjunctuurstabilisatie
B
procyclisch beleid
C
anticyclisch beleid
D
averechtse selectie

Slide 2 - Quiz

Een meelifter kan via collectieve dwang gedwongen worden mee te doen of mee te betalen
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Door arbeidsmigratie zal het aanbod van arbeid in het land waar met gaan werken...
A
toenemen
B
afnemen
C
gelijk blijven

Slide 4 - Quiz

Als arbeidsproductiviteit sneller stijgt dan het loon, zullen de loonkosten per product
A
stijgen
B
dalen
C
gelijk blijven

Slide 5 - Quiz

de concurrentiepositie in een land wordt NIET bepaald door...
A
kwaliteit van productie
B
loonkosten per product
C
infrastructuur
D
productiecapaciteit

Slide 6 - Quiz

Er is hoogconjunctuur. De overheid voert een procyclisch beleid. Welke maatregel zullen ze nemen?
A
Belasting verhogen
B
Rente verhogen
C
Overheidsuitgaven verlagen
D
Rente verlagen

Slide 7 - Quiz

Er is laagconjunctuur. De overheid voert een anti-cyclisch beleid. Welke maatregel zullen ze nemen?
A
overheidsinvesteringen minderen
B
belastingen verhogen
C
belastingen verlagen
D
overheidsinvesteringen verlagen

Slide 8 - Quiz

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 9 - Quiz

Als de wisselkoers van de euro stijgt
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter
B
beter
C
apprecieren
D
depreciëren

Slide 10 - Quiz

een depreciatie van de euro ten opzichte van de dollar = de koers van de euro stijgt t.o.v. de dollar
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Lopende rekening
kapitaalrekening
Toerisme
aflossingen op leningen
Personeel in het buitenland betalen
beleggingen
buitenlandse investeringen
export

Slide 12 - Question de remorquage