Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Semana 48 Año 1 HL
¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
Slide 1 - Diapositive
STARTOPDRACHT
Slide 2 - Diapositive
Ser, llamarse, tener
Zijn, heten, hebben
Enkelvoud
het onderwerp van de zin
ser
zijn
tener
hebben
llamarse
heten
yo (ik)
soy
tengo
me llamo
tú (jij)
eres
tienes
te llamas
él/ella (hij/zij)
es
tiene
se llama
Slide 3 - Diapositive
Ser, llamarse, tener
Zijn, heten, hebben
Meervoud
het onderwerp van de zin
ser
zijn
tener
hebben
llamarse
heten
nosotros/
nosotras (wij)
somos
tenemos
nos llamamos
vosotros/
vosotras
(jullie)
sois
tenéis
os llamáis
ellos/ellas (zij)
ustedes (u mv)
son
tienen
se llaman
Slide 4 - Diapositive
Objetivos
Doelen
En esta clase...
In deze les...
1. ...
aprendo a hacer frases y preguntas
leer ik hoe ik zinnen en vragen maak
Slide 5 - Diapositive
Hacer frases
Zinnen maken
Paso a paso
Stap voor stap
Slide 6 - Diapositive
Hacer frases
Zinnen maken
(1)
El sujeto
Het onderwerp
Slide 7 - Diapositive
Hacer frases
Zinnen maken
(1)
El sujeto
Het onderwerp
(2)
El verbo
Het
werkwoord (in de juiste vorm!!!)
Slide 8 - Diapositive
Hacer frases
Zinnen maken
(1)
El sujeto
Het onderwerp
(2)
El verbo
Het
werkwoord (in de juiste vorm!!!)
(3)
Lo demás
De rest
Slide 9 - Diapositive
Vertaal: Wij heten Sam en Max.
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal: Lucas en Jesse zijn jongens.
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: De meisjes zijn twaalf jaar.
Slide 12 - Question ouverte
Hacer preguntas
Vragen stellen
Paso a paso
Stap voor stap
Slide 13 - Diapositive
Hacer preguntas
Vragen stellen
(1)
El interrogativo
Het vraagwoord: (wie,wat,waar,wanneer,hoe...)
(2)
El verbo
Het werkwoord (in de juiste vorm!!!)
(3)
El sujeto
Het onderwerp (vaak weggelaten)
(4)
Lo demás
De rest
Slide 14 - Diapositive
Interrogativos
Vraagwoorden
Hoe?
¿Cómo?
Waar?
¿Dónde?
>
let op
,
waarvandaan?
=
¿de dónde?
Wanneer?
¿Cuándo?
Wat / Welk(e)?
¿Qué?
/
¿Cuál?
/
¿Cuáles?
> vóór
es
bijna altijd
cuál
> vóór
son
bijna altijd
cuáles
behalve
als je vraagt naar een betekenis:
¿Qué es una paella?
Wat is een paella?
Wie?
¿Quién?
/
¿Quiénes?
> bij enkelvoud
quién
(
Quién es ella?
Wie is zij?
)
> bij meervoud
quiénes
(
¿
Quiénes son ellas?
Wie zijn zij
)
Hoeveel?
¿Cuánto?
/
¿Cuánta?
/
¿Cuántos?
/
¿Cuántas?
> passen zich aan naar mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud:
¿
Cuántos años
tienes?
'
Hoeveel jaren heb jij?'
Slide 15 - Diapositive
Welk vraagwoord heb je nodig?
Hoe heet jij?
A
¿Cómo?
B
¿Cuál?
C
¿Cuándo?
D
¿Cuánto?
Slide 16 - Quiz
Welk vraagwoord heb je nodig?
Wie zijn jullie?
A
¿Cuál?
B
¿Quién?
C
¿Quiénes?
D
¿Cuáles?
Slide 17 - Quiz
Welke vraagwoord heb je nodig?
Wanneer is jouw verjaardag?
A
¿Cuánto?
B
¿Cuándo?
C
¿Quién?
D
¿Dónde?
Slide 18 - Quiz
Welk vraagwoord heb je nodig?
Waar woon je?
A
¿Cuánto?
B
¿Cuándo?
C
¿Quién?
D
¿Dónde?
Slide 19 - Quiz
Deberes
Huiswerk
- maken en nakijken: LE p 10-12 ejs 9,10,13,14
- leren: je aantekeningen over werkwoorden vervoegen
- van de woordenlijst die je hebt gekregen: het blokje
'Los verbos - De werkwoorden'
Slide 20 - Diapositive
¡Hasta luego!
Slide 21 - Diapositive
¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
Slide 22 - Diapositive
Objetivos
Doelen
Después de esta clase...
Na deze les...
1. ...
sé nombrar algunos
países
kan ik landen benoemen
2. ...
sé contar la
nacionalidad
de alguien
kan ik vertellen waar iemand vandaan komt
Slide 23 - Diapositive
¿De dónde eres? (LT p 22)
Ejercicio 1
1. Lees de tekst.
2. Schrijf alle landen en nationaliteiten
die worden genoemd op in je schrift.
Slide 24 - Diapositive
¡Ojo!
Let op!
el chico
alemán
-
la chica
alemana
Het bijvoeglijk naamwoord verandert als diegene een meisje of een vrouw is. Het verandert ook bij meervoud (
alemanes
-
alemanas
).
Slide 25 - Diapositive
¿De dónde eres? (LT p 22)
El ping-pong de las nacionalidades
1. In twee/drietallen, speel het spel. Je mag
voor
deze ene keer gooien met een gum of
ander klein voorwerp (geen pennen).
2. Let op de vrouwelijke vorm!
Slide 26 - Diapositive
Deberes
Huiswerk
- maken en nakijken: LE p 13-15 ejs 1,2,4,5
- leren: landen en nationaliteiten (vocalijst)
- leren: LT p 27 blokken C,D,E (grammatica)
Slide 27 - Diapositive
¡Hasta luego!
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Semana 48 - U1 Hacer frases y preguntas, nacionalidades y países
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Semana 48 Unidad 1 Lección 2 ¿De dónde eres?
Septembre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Semana 49 Unidad 1 Lección 2 ¿De dónde eres?
il y a 21 jours
- Leçon avec
41 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
verbos + orden
Novembre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1
Los Pronombres Sujetos y el Verbo Ser
Mars 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Spaans
Secundair onderwijs
Semana 47 - Reporteros 2 U3 Lección 2 ¡Visitamos las Canarias!
Novembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
U2 lección 1 ¡Me gusta!
Février 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
SEMANA 38 - IMPERATIVO CON PRONOMBRE(S), CUANDO/MIENTRAS
Septembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Spaans
WO
Studiejaar 6