4B - Les 1 en les 2 - De Maatschappij en socialisatie (deel 1)

Starttaak: noem twee regels in onze samenleving waar jij dagelijks mee te maken hebt
1 / 35
suivant
Slide 1: Question ouverte
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Starttaak: noem twee regels in onze samenleving waar jij dagelijks mee te maken hebt

Slide 1 - Question ouverte

Samenleving

De Maatschappij

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
5 min.
Leerdoel
* Jij kunt uitleggen waarom er regels nodig zijn in de samenleving
* Jij kunt uitleggen wat normen en waarden zijn en hiervan voorbeelden benoemen
* Jij kunt uitleggen wat belangen zijn en hierbij voorbeelden benoemen
* Je kunt uitleggen wat aangeboren een aangeleerde eigenschappen zijn
2 min.
Instructie + aan de slag
* Afspraken
* Normen, waarden en belangen
* Zelfstandig werken Paragraaf 1
* Aangeboren en aangeleerde eigenschappen

2 min.
13 min.
15 min.
15 min.

20 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

8 min.
Verdiept
* P1: Opdracht 7 (Kader)
* P1: Opdracht 3 t/m 6, 8
* P2: Opdracht 2
Basis
* P1: Opdracht 3 t/m 8
* P2: Opdracht 2

Intensief
* P1: Opdracht 3 t/m 8
* P2: Opdracht

Slide 3 - Diapositive

Afspraken
  • Wat neem je elke les mee?
  • Volle laptop
  • Oortjes

  • Het is prettig als je je spullen in orde hebt
  • Is dat niet gelukt? Dan haal je de hele les in op een later moment in je eigen tijd

  • Het is prettig voor jezelf als je huiswerk af is
  • Zo niet? Dan maak je op een later moment in je eigen tijd je huiswerk bij mij

  • Er is tijdens een gesprek/instructie één iemand aan het woord
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt zeggen/vragen/je mening wilt geven

Slide 4 - Diapositive

Bedenk een verschil tussen de maatschappij in Nederland en die in een ander land (bijv. waar je op vakantie bent geweest).

Slide 5 - Question ouverte

Begrippen
  • Waarde = iets wat voor iemand belangrijk is (bijv. gezondheid)
  • Norm = regel, meestal afgeleid van een waarde
  • Belang = iets waar je voordeel uit haalt
  • Belangentegenstelling (Kader) = als verschillende belangen botsen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Welke waar staat centraal tijdens dit filmpje?
A
Gezondheid
B
Respect
C
Vrijheid
D
Rijkdom

Slide 8 - Quiz

Welke norm hoort bij deze waarde?

Slide 9 - Question ouverte

Welk belang heeft de oude dame?
A
Ze is slecht ter been en wil graag zitten
B
Ze wil het meisje graag pesten
C
Ze heeft een zware tas die ze op de stoel wil zetten

Slide 10 - Quiz

5

Slide 11 - Vidéo

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
5 min.
Leerdoel
* Jij kunt uitleggen waarom er regels nodig zijn in de samenleving
* Jij kunt uitleggen wat normen en waarden zijn en hiervan voorbeelden benoemen
* Jij kunt uitleggen wat belangen zijn en hierbij voorbeelden benoemen
2 min.
Instructie + aan de slag
* Afspraken
* Normen, waarden en belangen
15 min.

15 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

5 min.
Verdiept
* Opdracht 7 (Kader)
* Opdracht 3 t/m 6, 8
*
*
Basis
* Opdracht 3 t/m 8
*
*
*
Intensief
* Opdracht 3 t/m 8
*
*
*

Slide 12 - Diapositive

00:44
Welke waarde heeft de blonde man met blauwe trui?
A
Vriendelijkheid
B
Gezondheid
C
Lol maken
D
Rijkdom

Slide 13 - Quiz

03:09
Welke waarde staat centraal bij de vraag die de vrouw stelt?
A
Liefde
B
Gezondheid
C
Eerlijkheid
D
Vrede

Slide 14 - Quiz

03:22
Welke waarde zou centraal staan bij de ze man?
A
Gezondheid
B
Veiligheid
C
Fatsoenlijheid
D
Liefde

Slide 15 - Quiz

03:23
Welke norm hoort bij deze waarde?

Slide 16 - Question ouverte

03:24
Welke belang heeft deze man?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Lien

Welke waarde staat centraal in dit interview?

Slide 20 - Question ouverte

Welke norm past bij deze waarde?

Slide 21 - Question ouverte

Welke belangentegenstelling zie je hier?

Slide 22 - Question ouverte

Wolfskind Peter
In 1724 werd een wild kind ontdekt in Duitsland, dat zonder kleren rondliep in de bossen. Men schatte hem op ongeveer twaalf jaar en noemde hem Wilde Peter. Hij bewoog zich voort als een viervoetig dier en ving vogeltjes die hij uit elkaar haalde en opat. Peter werd opgenomen aan het koninklijk hof van koning George I in Engeland, waar hij werd opgevangen door dr. Arbuthnot. Dr. Arbuthnot wilde de jongen graag leren spreken maar Peter kon enkel een soort gebrabbel voortbrengen. De enige woorden die hij uit kon spreken waren ‘ki scho’ (king George) en ‘qui ca’ (queen Caroline). Verder heeft hij nooit leren praten. Hij stierf in 1785.


Bron: NEMO Kennislink

Slide 23 - Diapositive

Wat zou de reden kunnen zijn dat wolfskind Peter nooit meer heeft leren praten?

Slide 24 - Question ouverte

Is het talent voor Formule 1 van Max Verstappen aangeboren of aangeleerd?
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 25 - Quiz

Begrippen
  • Aangeboren eigenschappen = heb je vanaf je geboorte, bijv. kleur ogen, zien, snel boos zijn, ADHD, seksuele voorkeur
  • Aangeleerde eigenschappen = dit kun je leren, bijv. een taal, iemand groeten, zingen.

Slide 26 - Diapositive

Video
https://vimeo.com/112819941/702d08f617

Slide 27 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van aangeboren eigenschappen die je zag in dit filmpje?

Slide 28 - Question ouverte

Wat zijn voorbeelden van aangeleerde eigenschappen die je zag in dit filmpje?

Slide 29 - Question ouverte

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
5 min.
Leerdoel
* Jij kunt uitleggen waarom er regels nodig zijn in de samenleving
* Jij kunt uitleggen wat normen en waarden zijn en hiervan voorbeelden benoemen
* Jij kunt uitleggen wat belangen zijn en hierbij voorbeelden benoemen
* Je kunt uitleggen wat aangeboren een aangeleerde eigenschappen zijn
2 min.
Instructie + aan de slag
* Afspraken
* Normen, waarden en belangen
* Zelfstandig werken Paragraaf 1
* Aangeboren en aangeleerde eigenschappen

2 min.
13 min.
15 min.
15 min.

20 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

8 min.
Verdiept
* P1: Opdracht 7 (Kader)
* P1: Opdracht 3 t/m 6, 8
* P2: Opdracht 2
Basis
* P1: Opdracht 3 t/m 8
* P2: Opdracht 2

Intensief
* P1: Opdracht 3 t/m 8
* P2: Opdracht

Slide 30 - Diapositive

Waarom zijn er regels nodig om samen te leven?
A
Waarom zijn er regels nodig om samen te leven?
B
Om ervoor te zorgen dat mensen met elkaar kunnen samenleven.
C
Er zijn helemaal geen regels nodig.
D
Om ervoor te zorgen dat mensen elkaar niet kunnen lastig vallen.

Slide 31 - Quiz

Welke waarde past het best bij iemand die nooit zal liegen?
A
Als ik tegen mijn ouders lieg krijg ik straf.
B
Mensen moeten mij kunnen vertrouwen.
C
Eerlijkheid
D
Vrijheid

Slide 32 - Quiz

Wat is een VOORBEELD van een belang?
A
Een belang is ander woord voor een waarde.
B
Een belang is iets wat je belangrijk vindt.
C
Bijvoorbeeld: je werkt veel uren extra, om meer geld te verdienen.
D
Bijvoorbeeld: dat mensen in je omgeving eerlijk zijn.

Slide 33 - Quiz

Welke rijtje van aangeleerde eigenschappen klopt?
A
Een taal spreken, tekenen en tandenpoetsen.
B
Dansen, huilen en springen.
C
Verlegen zijn, voetballen en tekenen.
D
Een taal spreken, slapen en eten.

Slide 34 - Quiz

Huiswerk
Maken:
Hoofdstuk samenleving
Paragraaf 1: De maatschappij, Opdracht 3 t/m 8 en Test Jezelf
Paragraaf 2: Socialisatie, Opdracht 2

Leren: 
Hoofdstuk samenleving
paragraaf 1: De maatschappij



Leren: Hoofdstuk Samenleving, paragraaf 1. De Maatschappij

Slide 35 - Diapositive