Les 2 - Fictie (Personages)

Les 2 - Fictie
Doelen:
  1. Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat voor personages voorkomen in fictie.
  2. Aan het einde van de les heb ik mijn hoofdstuk(ken) uitgelezen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 2 - Fictie
Doelen:
  1. Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat voor personages voorkomen in fictie.
  2. Aan het einde van de les heb ik mijn hoofdstuk(ken) uitgelezen.

Slide 1 - Diapositive

Wat is waar over fictie?
A
Het is verzonnen
B
Het is waargebeurd

Slide 2 - Quiz

Fictie is gemaakt om...
A
Te informeren
B
Te overtuigen
C
Te amuseren

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er gebruikt om fictie spannend te maken?
A
Grote letters
B
Emoties
C
Veel herhaling
D
Moeilijke woorden

Slide 4 - Quiz

Personages
Voorbeeld
Alle personen in de film heten personages.

Harry, Hermelien en Snape zijn personages in de film Harry Potter. 

Slide 5 - Diapositive

Personages
Voorbeeld
Harry Potter = hoofdpersoon:
de belangrijkste persoon van de film.
Hermelien en Snape = bijfiguren: minder belangrijk maar spelen wel een rol in de film.  

Slide 6 - Diapositive

Wat moest er ook alweer op de poster?
  1. Minstens 5 plaatjes over de inhoud van je hoofdstuk.
  2. Minstens 3 emoties uit de tekst.
  3. 1 quote uit de tekst die je spannend/leuk vond.
  4. Minstens 1 moeilijk woord met uitleg.
  5. Je naam, klas en hoofdstuk(ken)

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag!
Wat: Lezen van jouw hoofdstuk.
Hoe: In stilte.
Hulp nodig: Steek je vinger op.
Tijd: Tot het einde van de les.
Uitkomst: Je hebt de tekst (of een deel van de tekst) gelezen
Klaar: Begin alvast met je poster/tekening. (Canva.nl) 

Slide 8 - Diapositive

Afsluiting
Hoe ver ben je?
Tekst nog niet uitgelezen.
Tekst uitgelezen.
Gestart met de poster.
Poster (bijna) af.

Slide 9 - Sondage

Alle personen in een film/boek/verhaal heten ...
A
Hoofdpersonen
B
Bijfiguren
C
Personages
D
Rollen

Slide 10 - Quiz

Het belangrijkste personage in een boek/film/verhaal heet ...
A
De hoofdpersoon
B
Een bijfiguur

Slide 11 - Quiz

Personages met een minder belangrijke rol heten ...
A
Hoofdpersonen
B
Bijfiguren
C
Rollen

Slide 12 - Quiz