mix deel 1 en deel 2

mix deel 1 en deel 2
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

mix deel 1 en deel 2

Slide 1 - Diapositive

Ompakken heeft te maken met......
A
traypack
B
beugelen
C
per stuk
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quiz

Ik zorg dat mijn kennis en vaardigheden blijven groeien, zodat ik de taken in de winkel goed kan uitvoeren. Dit hoort bij je.........
A
taak
B
beroepshouding
C
functie
D
verantwoordelijkheid

Slide 3 - Quiz

soorten cola bij elkaar of alle soorten chips bij elkaar in de schappen, noem je :
A
producten bij elkaar plaatsen op product
B
producten bij elkaar plaatsen op merk
C
producten bij elkaar plaatsen op gebruik
D
mix van presentatievormen

Slide 4 - Quiz

Het is vandaag 11 januari 2024. Op welke manieren kan ik dat noteren? ( min. 4)

Slide 5 - Question ouverte

Op welke hoogte is het gouden schap?
A
bukhoogte
B
grijphoogte
C
reikhoogte
D
ooghoogte

Slide 6 - Quiz

Wat betekent FIFO?

Slide 7 - Question ouverte

Een groothandel......
A
Handelt met grote landen
B
Handelt met grote winkels
C
Handelt met grote producten
D
Handelt in grote aantallen

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de 5 winkelvormen?

Slide 9 - Question ouverte

Massdisplay
Classdisplay

Slide 10 - Question de remorquage

Semi-zelfbediening
Zelfbediening
Bediening

Slide 11 - Question de remorquage

Traypack
Per stuk

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is een andere naam voor streepjescode?

Slide 13 - Question ouverte

Waarom maak je artikelen verkoopklaar?
A
om ze in een mooiere verpakking te stoppen
B
om ze mooi te kunnen presenteren
C
om ze af te kunnen stoffen
D
om ze te kunnen tellen

Slide 14 - Quiz

Om in een winkel te kunnen werken, heb je kennis en vaardigheden nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Bert heeft onder andere de (1)..................... om de boodschappen met de klanten af te rekenen. Het is zijn (2)................... dat het geld in zijn geldlade klopt. Wat hoort op de stippellijnen te staan?
A
(1) taak (2) taak
B
(1) verantwoordelijkheid (2)verantwoordelijkheid
C
(1) taak (2)verantwoordelijkheid
D
(1) verantwoordelijkheid (2) taak

Slide 16 - Quiz

Wat is de doelgroep van een speelgoedwinkel
A
opa's en oma's
B
kinderen
C
ouders met kinderen
D
mensen zonder kinderen

Slide 17 - Quiz

Welke 4 composities zijn er?

Slide 18 - Question ouverte

paskamer
vitrine
toonbank
presentatie 
wand

Slide 19 - Question de remorquage

vrije looproute betekent
A
volgens een vaste route langs alle artikelen van een winkel
B
op een bepaalde manier wordt je geleid door de winkel ( tussenpad/gangpad)
C
je kunt zelf kiezen welke kant je op gaat

Slide 20 - Quiz

Met een schappenplan zorg je ervoor dat de ruimte in het schap zo goed mogelijk wordt gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

reclame
folder
EAN-code
PLU code
ridder
spoor

Slide 22 - Question de remorquage

Op een etiket kan meerdere informatie staan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz