Verkoopprijs berekenen.

Wat kost dat nou eigenlijk? 
Hoe komt een bloemist  aan de prijs van dat mooie boeket? 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wat kost dat nou eigenlijk? 
Hoe komt een bloemist  aan de prijs van dat mooie boeket? 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Aan het einde van de les:  
• Weet je wat een verkoopprijsberekening is.   
•  Kan je een eenvoudige kostprijsberekening maken.  

Slide 2 - Diapositive

Inleiding
Stel je voor: je hebt een heleboel mooie bloemen bij de groothandel gekocht. Je maakt er mooie bloemstukken en boeketten van, maar hoeveel moeten ze gaan kosten?  

Daar bestaat een speciale rekensom voor: de verkoopprijsberekening
 
Tijdens deze les ga je leren hoe je een eenvoudige verkoopprijsberekening moet maken.  

Slide 3 - Diapositive

Welke kosten moet een bloemist in rekening brengen om de kostprijs (wat de klant moet betalen) te kunnen berekenen?
Noem er minstens 2.

Slide 4 - Question ouverte

Hoe kun je de kostprijs van een product berekenen?
A
Met een opslagpercentage.
B
Door alle kosten op te tellen en te delen door het aantal producten die je maakt of inkoopt.
C
A en B zijn beiden goed.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent BTW?
A
Beter te weten
B
Belasting toegevoegde waarde
C
Bruto toegevoegde wetten
D
Bruto totale waarde

Slide 6 - Quiz

Welk BTW percentage hebben de eerste levensbehoefte zoals brood, melk, planten, dieren en bloemen?
A
9%
B
21%

Slide 7 - Quiz

Welk BTW percentage heeft arbeid?
A
9%
B
21%

Slide 8 - Quiz

Welk BTW tarief hebben kleding, computers, vazen en bloemwerk?
A
9%
B
21%

Slide 9 - Quiz

Welke BTW percentages hebben we bij de bloemist?
A
Alleen 21%
B
9 en 21 %
C
0, 9 en 21 6 %

Slide 10 - Quiz

4 kosten die je moet weten om de prijs te bereken voor een mooi boeket. 

  1. Directe kosten
  2. Indirecte kosten
  3. Opslagpercentage vaak inclusief winstmarge
  4. BTW tarief


Slide 11 - Diapositive

1. Directe kosten
Zijn kosten die direct te maken hebben met het product dat je maakt of levert.De inkoopprijs is de prijs die de bloemist betaalt voor de inkoop van zijn bloemen op de veiling of groothandel. Ook die op de veiling ingekocht worden. 

Slide 12 - Diapositive

Welke kosten vallen onder directe kosten?
A
inkoopprijs, huur
B
inkoopprijs, materiaalkosten, arbeidskosten enz.
C
inkoopprijs

Slide 13 - Quiz

2. Indirecte kosten
Zijn kosten die niet direct te maken hebben met het product dat je maakt of levert.

Slide 14 - Diapositive

Voorbeelden van indirecte kosten zijn:
A
Belastingen, huur, auto, gas, verzekeringen
B
inkoopprijs, materialen voor het product
C
arbeidskosten, inkoopprijs

Slide 15 - Quiz

3. Opslagpercentage/winstmarge
Dit is de kosten die de bloemist niet meteen kan doorberekenen aan de bloem. Zoals huur, koffie, afschrijving. (de zogeheten indirecte kosten) ook de winst zit hier vaak in. 

Slide 16 - Diapositive

Hoe kan het zijn dat de bloemist een hoger opslagpercentage heeft dan een bloemenverkoper op de markt?
A
Hogere indirecte kosten
B
wil meer verdienen

Slide 17 - Quiz

4. B.T.W (belasting toegevoegde waarde)

Dit is de belasting betalen die de bloemist moet afdragen,. Voor bloemen betaald iedereen 9% BTW

Btw-berekening  
Verkoopprijs : 100% x 9% = btw-opslag
Verkoopprijs inclusief BTW = verkoopprijs + BTW opslag

Slide 18 - Diapositive

Pak je lesbrief erbij..


Hoe bepaal je de verkoopprijs inclusief BTW?
 In de volgende dia's gaan we deze stap voor stap bekijken. 

Slide 19 - Diapositive

Bereken de verkoopprijs
Kostprijs/100 x winstmarge = verkoopprijs excl BTW
verkoopprijs excl BTW+ verkoopprijs excl BTW/100x BTW tarief=
verkoopprijs inclusief BTW


Slide 20 - Diapositive

stap voor stap
kostprijs zak snoep is?
A
€ 1.95
B
€ 4,50

Slide 21 - Quiz

Winstmarge is
A
1,95/100x100=€ 1,95
B
1,95/100x125 = € 2.44

Slide 22 - Quiz

Hoe bereken je verkoopprijs excl BTW?
A
kostprijs + winstmarge
B
kostprijs-indirecte kosten

Slide 23 - Quiz

verkoopprijs excl BTW is
A
1,95
B
4,39
C
3,90

Slide 24 - Quiz

BTW zak snoep is
9 % van 4.39
A
4.39/100 x9
B
4,39 x 9

Slide 25 - Quiz

verkoopprijs zak snoep
verkoopprijs excl. BTW + BTW
A
4.39 + 0.40= 4.79
B
4.39 + 0.82= 5, 21
C
een ander bedrag

Slide 26 - Quiz

Aan de slag!

Je gaat nu zelf het invulblad verkoopprijs berekenen en maken!

Slide 27 - Diapositive

Berekenen van de arbeidskosten met deze formule:


Arbeidskosten is 
Uurloon : 60min. X aantal gewerkte min. = arbeidskosten 

Slide 28 - Diapositive

4. Arbeidskosten
De tijd die de bloemist kwijt is aan het maken van het boeket.
 

15,00 : 60min. X 20min. = 5,00

Slide 29 - Diapositive

Formule voor de BTW

Btw-berekening 
 Verkoopprijs: 100% x 9% = btw-opslag 

Slide 30 - Diapositive

5. B.T.W (belasting toegevoegde waarde)
Voor bloemen betaald iedereen 9% BTW

Formule:  
Verkoopprijs excl. BTW : 100 % x 9% = ...

24,25 : 100 x 9 = 2,18


Slide 31 - Diapositive

Verkoopprijs incl BTW
Nu je de verkoopprijs exclusief BTW weet
en je weet het bedrag van de BTW
kun je de verkoopprijs inclusief BTW berekenen. 
Dit is de prijs die de klant zal betalen. 

24,25 + 2, 18 = 26,43

Slide 32 - Diapositive