H1.4 De 10 Tijdvakken

Herhaling van de stof
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling van de stof

Slide 1 - Diapositive

1.1-1.2

Slide 2 - Diapositive

Hoe noemen we dit?

Slide 3 - Question ouverte

thematische kaart
overzichtskaart

Slide 4 - Question de remorquage

Ik ben op zoek naar... Neerslag in Italie
A
naamregister
B
landenregister
C
zaakregister

Slide 5 - Quiz

ik ben op zoek naar de Maas
A
naamregister
B
landenregister
C
zaakregister

Slide 6 - Quiz

Ik ben op zoek naar Griekenland
A
naamregister
B
landenregister
C
zaakregister

Slide 7 - Quiz

ik ben op zoek naar bevolkingsdichtheid in Almere
A
namenregister
B
landenregister
C
zaakregister

Slide 8 - Quiz

H1  herhaling 
cursus 1.4 'de 10 tijdvakken'

Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen 1.4
  • Je kunt de 5 perioden benoemen.
  • Je kunt 5 van de 10 tijdvakken benoemen
  • Je kunt een tijdvak herkennen aan het pictogram.

Slide 10 - Diapositive


Het jaar 200 n.chr. hoort bij welke periode? 
A
De Middeleeuwen
B
De Oudheid
C
De Prehistorie
D
De Moderne Tijd

Slide 11 - Quiz


Het jaar waar we nu in leven hoort bij....
A
De Middeleeuwen
B
De Oudheid
C
De Prehistorie
D
De Moderne Tijd

Slide 12 - Quiz

De 10 tijdvakken
  1. De tijd van jagers en boeren ( tot 3000 v.chr.)
  2. De tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v.chr-500 n.chr.)
  3. De tijd van monniken en ridders (500-1000)
  4. De tijd van steden en staten (1000-1500)
  5. De tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
  6. De tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
  7. De tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
  8. De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
  9. De tijd van wereldoorlogen (1900-1950)
  10. De tijd van televisie en computers (1950-nu)

Slide 13 - Diapositive

De 10 tijdvakken op een tijdlijn

Slide 14 - Diapositive

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 15 - Quiz

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van televisie en computers

Slide 16 - Quiz

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van jagers en verzamelaars
D
Tijd van regenten en vorsten

Slide 17 - Quiz

welke tijdvakken staan in de goede volgorde?
A
jagers en boeren, monniken en ridders, steden en staten
B
monniken en ridders, grieken en romeinen, steden en staten.
C
jagers en boeren, grieken en romeinen, monniken en ridders
D
monniken en ridders, jagers en boeren, steden en staten.

Slide 18 - Quiz

De Christelijke jaartelling begint bij het jaar....

Slide 19 - Question ouverte

ander woord voor geschiedenis is....

Slide 20 - Question ouverte

EINDE

Slide 21 - Diapositive