voegwoord, PSV en bez vnw vwo 1 (Max editie)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

pers vnw en bez vnw

aan het eind van deze lessonUp....

• kun je een voegwoord herkennen
• ken je de kenmerken van een PSV en BZV
• kun je de PSV en BZV herkennen

voegwoord

Een voegwoord verbindt twee zinsdelen óf twee zinnen

 aan elkaar. 

Voegwoord

Een samengestelde zin heeft meestal ook een voegwoord. 

Moet je een samengestelde zin vervoegen (zinsdelen benoemen), zet dan een dubbele zinsdeelstreep || voor het voegwoord en een enkele | erna. 

Het voegwoord benoem je niet (= geen zinsdeel). 

Wat is een voegwoord?

Een voegwoord is een woord dat twee deelzinnen met elkaar verbindt. 

Voegwoorden zijn in twee soorten te verdelen:

- nevenschikkende voegwoorden; hoofdzin en hoofdzin

- onderschikkende voegwoorden: hoofdzin en bijzin 

Voornaamwoorden

• Een PSV verwijst naar 1 of meerdere personen


• Je gebruikt de onderwerps- of voorwerpsvorm
• Een voornaamwoord (vnw) is een woord dat in de plaats kan komen voor een zelfstandig naamwoord of een zinsdeel:
  
• bijv. Rachid geeft het ingepakte cadeau aan zijn zus. -->           Hij geeft het aan haar.
• Tip: een PSV kun je vervangen door een naam.                             

Persoonlijk voornaamwoord (PSV)

Bezittelijk voornaamwoord (BZV) 

- Geeft aan van wie iets is (bezit)

- Het kan géén zn vervangen

- Het staat altijd voor het zelfstandig naamwoord

- Soms staat er een bijv. nw tussen-->mijn nieuwe fiets

- Tip: vul je een naam in--> je hoort dan naam +S

Jouw kat loopt buiten in de regen.

Luuks kat loopt buiten in de regen.

Bezittelijk voornaamwoord(BZV)

Verschillen PSV en BZV

• Staat het PSV achter het bezit en staat er het woordje 'van' voor? 
  
• -->Dan is het geen bezittelijk vnw, maar een PSV:
  
• Bijv. Die fiets is van mij (pers.vnw) (vul naam in: Jan)
  
• Bijv. De tassen zijn van ons (pers.vnw) (vul naam in: Jan)
  

Waarom is deze zin fout?
Ik geef hij een cadeau.

Waarom is deze zin fout?
Na de lunch eten hun een ijsje.

Jou

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord
3. Aanwijzend voornaamwoord

Dat

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord
3. Aanwijzend voornaamwoord

Jouw

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord
3. Aanwijzend voornaamwoord

Is 'mij' persoonlijk of bezittelijk:
Dat boek is van mij.

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Het woord:
UW
is een

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Wij hebben ons vergist.
wij =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Het is jouw boek.

Jouw =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Wie haalt jullie op?

jullie =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Jullie proefwerken zijn nog niet nagekeken.

Is 'jullie' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord

Dat zou Ans aan jou kunnen geven.

Is 'jou' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord

Zijn pen doet het niet.

Is 'zijn' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord

snap je wat een voegwoord is?

1. ja
2. nee

Snap je wat een persoonlijk voornaamwoord is?

1. ja
2. nee

Snap je wat een bezittelijk voornaamwoord is?

1. ja
2. nee

Heb je verder nog vragen?