4.8 Grammatica woordsoorten: psv + bzv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Woordgrap

Ik-werkwoord:

psv 1e persoon enkelvoud 

+

zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud

Wat je in deze les leert ... 

§4.8 Grammatica woordsoorten

Opfrissen zinsdeel: meewerkend voorwerp

Herhalen woordsoort: voegwoord en persoonlijk voornaamwoord

Nieuw woordsoort: bezittelijk voornaamwoord

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige zin en een samengestelde zin.

1. De enkelvoudige zin is kort.
2. De enkelvoudige zin is altijd een hoofdzin.
3. De samengestelde zin bevat meerdere persoonsvormen.
4. In de samengestelde zin staan o+pv naast elkaar.

ng: koppelwerkwoord + bn en/of zn. 

Grammatica zinsdelen benoemen

Meewerkend voorwerp (mv)

Het mv werkt mee aan het o, wg en lv. Als het zinsdeel begint met aan/voor en je kunt dit voorzetsel weglaten. Maar ook andersom, dus toevoegen.

                         Uit Ta!ent: meewerkend    voorwerp

Paragraaf 4.8

Woordsoorten

benoemen:

vw, psv, bzv

Woordsoort: voegwoord (vw)

Een voegwoord verbindt twee zinsdelen of zinnen met elkaar:

hoofdzin+hoofdzin

hoofdzin+bijzin

bijzin+hoofdzin

'Omdat' en 'want hebben dezelfde betekenis. Na welk voegwoord volgt een hoofdzin?

1. Omdat
2. Want

Hoofdzin+voegwoord+hoofdzin

Twee hoofdzinnen verbind je met de voegwoorden:

en, want, maar ,dus, of

Voor wiskunde heb ik veel huiswerk, want de docent was ziek.

Hoofdzin+voegwoord+bijzin

Een hoofd- en bijzinnen verbind  je met alle andere voegwoorden: omdat, toen, dat, hoewel + of!!!

Ik begin meteen, omdat ik een taakachterstand heb.

Het PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD (psv)

verwijst naar één of meer personen. Het psv kent een onderwerpsvorm en een voorwerpsvorm

woordsoort: persoonlijk voornaamwoord (psv)

voorwerpsvorm

onderwerpsvorm

Onderwerpsvorm = o

Hij kan geweldig gamen.

Waarom willen jullie meedoen?

voorwerpsvorm = lv en mv of na een voorzetsel

Ik heb haar gebeld (lv)

De docent geeft hem een tien. (mv)

We spraken bij ons af. (na vz)

Het bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Het bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Zijn grootste hobby is kitesurfen.

Het bzv geef aan van wie iets is. 

Het staat meestal voor een zn.

Soms staat een bn en vz ervoor.

Het bezittelijk voornaamwoord (bzv) heeft 

een enkelvoud en een meervoud

Persoon	Enkelvoud	Meervoud
1e	mijn/m'n	ons/onze
2e	jouw/je	jullie
	uw	uw
3e	zijn/z'n	hun
	haar
	zijn

Mijn fiets is gestolen.

(bzv)

De gestolen fiets was van mij. (vz+psv)

De 

De meeste vreemde talen hebben meer verschillende bzv dan het Nederlands. 

Het bzv past zich aan aan het zn dat erbij hoort, zoals:

ta mère - ton papa - tes parents (Frans)

Wat?	§ 4.8 Grammatica woordsoorten: opdrachten 7 t/m 11
Hoe?	Online Ta!ent , leerwerkboek + schrift
Hulp?	Boek, theorie online, klasgenoot, Straver
Resultaat?	Huiswerk
Leerdoel?	Woordsoorten: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Klaar?	Daltontaak, lezen

Wat weet je nu?

zinsdeel: meewerkend voorwerp

woordsoort: voegwoord, persoonlijk voornaamwoord +

bezittelijk voornaamwoord

Einde van de les