Europa: Klimaten en Begroeiing

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom! 

Welkom!

Deze les:

• Herhaling paragraaf 2.1 en 2.2
• Uitleg paragraaf 2.3:
  - Zeeklimaat
  - Landklimaat
  - Middellandse zeeklimaat
• Opdrachten maken 

Europa ligt in de gematigde zone.

Juist

Onjuist

Op hoge breedte is het warmer dan op lage breedte.

Juist

Onjuist

Hoe heet de zeestroom die langs Europa loopt en is deze warm of koud?

Lesdoelen 

Aan het einde van deze les kennen/weten jullie: 

• De belangrijkste kenmerken van de klimaten in Europa: 

1. Zeeklimaat
2. Landklimaat 
3. Middellandse Zeeklimaat 

• Welke plantengroei er in ieder klimaat is. 

Zeeklimaat 

• De zee zorgt ervoor: 

1. Het hele jaar door neerslag.
2. Relatief koele zomers. 
3. Relatief warme winters. 
   s Winters komt de gemiddelde temperatuur nooit lager uit dan −3 ˚C 

• Vooral loofwoud

Landklimaat

• In het binnenland minder invloed van de zee. 
• 's Winters kan het heel koud worden. De gemiddelde temperatuur in de koudste maand is lager dan −3 °C
• 's Zomers heel warm. 
• Er zijn heel grote verschillen tussen in temperatuur in zomer en winter.  
• Hele jaar neerslag, maar wel minder neerslag dan bij het zeeklimaat  
• Naaldbomen: taiga

Middellandse zeeklimaat

• Warme zomers, zachte winters 
• Hogere temperaturen door een lagere breedteligging 
• Droge zomers, neerslag vooral in de herfst en winter 
• Mediterrane vegetatie: olijfbomen, citrusbomen, struiken met leerachtige bladeren 

Werkzaamheden

• Gebruik de theorie van paragraaf 2.3
• Maak opdracht  1 t/m 6

Deze les:

• Uitleg paragraaf 2.3:
  - Droog klimaat
  - Toendra klimaat
  - Hooggebergte klimaat
• Opdrachten maken 

Droog klimaat 

 In Spanje en Rusland liggen gebieden waar het bijna altijd heel droog is.

Als er jaarlijks nauwelijks neerslag valt, is er een droog klimaat.

Temperaturen zijn hoog, vanwege de lage breedteligging. 

Toendra klimaat

• De toendra is een landschapszone in de poolstreken
• In de winter zakt de gemiddelde temperatuur beneden –10 °C en in de zomer komt de temperatuur niet boven de 10 °C uit (boomgrens temperatuur)
• Weinig neerslag.
• Vegetatie: grassen, mossen en lage struikjes groeien. Bomen komen er niet voor.
• Geen invloed van zee, hoge breedteligging 

Permafrost: Altijd bevroren ondergrond.

problemen als permafrost ontdooit 

Hooggebergte klimaat

• De temperatuur is in de zomer gemiddeld lager dan 10°C
• Er  valt veel neerslag, afhankelijk van de temperatuur in de vorm van sneeuw 
• Vegetatie afhankelijk van de hoogte 

Opdrachten maken 

• Lees en gebruik de theorie van paragraaf 2.3
• Maak opdracht  8 t/m 10
• Opdracht 9 en  10 maak je met behulp van de atlas