3.4 Decimaal getal en breuken

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 104 (h3.4) voor je open.
🔲 Log alvast in bij LessonUp.

DEZE LES:
Van breuk naar decimaal getal
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 104 (h3.4) voor je open.
🔲 Log alvast in bij LessonUp.

DEZE LES:
Van breuk naar decimaal getal

Slide 1 - Diapositive

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
H3.3 opdracht 19 t/m 26
van decimaal getal naar breuk
Samen maken opd. 29 en 30
aan de slag 
werk aan opd. 32 t/m 35
huiswerk
voorkennis 
Deel van het geheel, rekenvolgorde
Mk: § 3.4 af

Slide 2 - Diapositive

Wat leer je deze les?

Ik kan een breuk als decimaal getal schrijven

Ik kan breuken gelijknamig maken
        leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Bij wiskunde noemen we de bewerkingen 
+ , - , x en : wel eens anders. kijk maar hiernaast.



Bewerkingen
Voorkennis
Bij wiskunde hanteren we een bepaalde volgorde van uitrekenen.

De volgorde zie je hiernaast op het plaatje.
Bereken je een deel van het geheel?
     
     van  27   =       27 : 9 x 5 = 15
95

Slide 4 - Diapositive

Bereken:
24  -  6 x 3  : 9   =
volgorde van bewerkingen
Samen oefenen 
Bereken:
21 :  ( 7 - 4 )  + 6  =

Slide 5 - Diapositive

Bereken:

het product van 9 en 3

A
9 + 3 = 12
B
9 - 3 = 6
C
9 x 3 = 27
D
9 : 3 = 3

Slide 6 - Quiz

Bereken:

de som van 12 en 3

A
12 + 3 = 15
B
12 - 3 = 9
C
12 x 3 = 36
D
12 : 3 = 4

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Schrijf als kommagetal


204
A
4,20
B
0,2
C
0,4
D
0,5

Slide 9 - Quiz

Schrijf als breuk

0,63
A
106
B
10063
C
100063
D
6,103

Slide 10 - Quiz

Bereken:


108van20
A
16
B
20
C
8
D
1,6

Slide 11 - Quiz

        Nakijken
Kijk H3.3 opdracht  19 t/m 26 na.

       Verbeter met een andere kleur pen of potlood.
✅ Zet een krul bij opdrachten die je goed hebt gemaakt.
❌ Zet een kruisje bij opdrachten die niet helemaal goed gingen.
      
       Zie je bij het nakijken niet goed wat je fout deed, stel vragen.



 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

decimaal getal.
opd 27 en 28 samen
Samen oefenen 
uitleg 
Weet je het nog?

Een decimaal getal is hetzelfde als een kommagetal
6,4  is een decimaal getal je ziet 1 decimaal; één cijfer achter de komma

Slide 14 - Diapositive

van decimaal getal naar breuk
uitleg 
Wil je van een decimaal getal (een kommagetal) naar een breuk, kijk dan naar het aantal decimalen.

0,7   heeft 1 decimaal, dit hoort bij de tiende     

0,24 heeft 2 decimalen dit hoort bij de honderdste  

0,208 heeft 3 decimalen, dit zijn de duizendste 
10..
100..
1000...
Groter of kleiner dan   > of <

Het pijltje wijst naar het kleinste getal.   <           15 > 3

Slide 15 - Diapositive

aan de slag 
Maken: opd. 29 t/m 35  (blz. 104 t/m 106)

Klaar?   maak: O29 en U6
Zelfstandig aan de slag

Kijk nog eens naar de theorie in het boek als je een vraag hebt.

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk 
Huiswerk:

Maken: opd.  29 t/m 35 van hoofdstuk 3.4

Klaar?   maak: opd. O29 en U6

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive