H3.4 Decimaal getal en breuken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

    Welkom

      Laat je laptop maar even in je tas.

💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.

📖 Leg bladzijde 108 (h3.4) voor je open.

DEZE LES:

Van breuk naar decimaal getal

oefenen 

uitleg 

  lesprogramma

nakijken 

Hw: H3.3 opd 23, 24, 25, 26

van decimaal getal naar breuk

Samen maken opd. 29 en 30

aan de slag 

werk aan opd. 32 t/m 35

huiswerk

voorkennis 

Deel van het geheel, rekenvolgorde

Mk: § 3.4 af

        Nakijken

Kijk H3.3 opdracht  23 t/m 26 na.

       Verbeter met een andere kleur pen of potlood.

✅ Zet een krul bij opdrachten die je goed hebt gemaakt.

❌ Zet een kruisje bij opdrachten die niet helemaal goed gingen.

      

       Zie je bij het nakijken niet goed wat je fout deed, stel vragen.

 

Wat leer je deze les?

Ik kan een breuk als decimaal getal schrijven

Ik kan breuken gelijknamig maken

        leerdoelen

getalwaarde

terugblik 

Hiernaast is de waarde van de cijfers in het getal 

169,182  netjes uitgewerkt.

Ieder cijfer heeft een eigen waarde.,

Voor de komma vindt je:

E    Eenheden

T     Tientallen

H    Honderdtallen

D    Duizendtallen

TD Tienduizendtallen

enz..

Achter de komma vindt je:

t     tiende

h    honderdste

d    duizendste

td  tienduizendste

hd honderdduizendste

enz..

De plaats van een cijfer in een getal bepaald de waarde.

Als decimaal getal schrijven

terugblik 

Schrijf de volgende breuken als decimaal getal.

​10​​3​​

​100​​13​​

​1000​​37​​

2​10​​3​​

​5​​4​​

2​20​​3​​

​125​​11​​

17​4​​1​​

5879​20​​4​​

Decimaal getal als breuk

uitleg 

We kunnen dit natuurlijk ook anders om, dus van een decimaal getal een breuk maken.

Schrijf het volgende decimale getal als een breuk:

a.)    0,2

b.)   0,19

c.)   0,106

d.)   0,52

* Vereenvoudig een breuk altijd zover mogelijk

​20​​8​​

​10​​4​​

​5​​2​​

van decimaal getal naar breuk

uitleg 

Wil je van een decimaal getal (een kommagetal) naar een breuk, kijk dan naar het aantal decimalen.

0,7   heeft 1 decimaal, dit hoort bij de tiende     

0,24 heeft 2 decimalen dit hoort bij de honderdste  

0,208 heeft 3 decimalen, dit zijn de duizendste 

​10​​..​​

​100​​..​​

​1000​​...​​

Groter of kleiner dan   > of <

Het pijltje wijst naar het kleinste getal.    6  <  8            15 > 3

aan de slag 

Mk: opd. 28 en 29 (blz. 108)

Klaar? 

Maak opd 30 en 31 alvast.

Zelfstandig aan de slag

- Werk in stilte aan onderstaande opdrachten.

- Loop je vast, lees dan de theorie op blz. 108 nog eens door.

Groter of kleiner dan

uitleg 

Groter > , kleiner dan < of is gelijk aan =

Het pijltje wijst naar het kleinste getal.    6  <  8            15 > 3

Wil je twee 'getallen' vergelijken, maak de getallen dan gelijk.

Dus maak van breuken gelijknamige breuken of decimale getallen.

2​4​​1​​

2,24  ...

3,2  ...

3​6​​1​​

Huiswerk 

Huiswerk:

Mk: 28, 29, 33, 34 en 35 op blz. 107/110

Klaar?
Maak de O opdrachten op blz. 111

Werk de resterende tijd, tot de bel aan de opdrachten hieronder.

Je mag zachtjes fluisterend samenwerken binnen je tafelrij.