Wielgeometrie les 4

• Autotechniek
• MBO
• Studiejaar 2

Wielgeometrie les 4

Welke controles moet je uitvoeren voor dat je met het uitlijnen kunt beginnen?

• Bandenspanning
• Slingering wielen
• Speling draagarmrubbers
• speling wiellagers
• speling stuur en fuseekogels 
• Belading?

Zelfstandig werken aan je boek/electude.

Wat stellen we af tijdens het uitlijnen?

1. Statische wielgeometrie
2. Dynamische wielgeometrie

Zie hiernaast de stuurkoppelsensor, welk nummer is de magneetring?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 3

Welke wielstand word hier afgebeeld>

1. Wielvlucht Negatief
2. Wielvlucht Positief
3. Toe-in
4. Fuseedwarshelling

Zijn de onderdelen hiernaast van directe of indirecte besturing?

1. Directe besturing
2. Indirecte besturing

Wat is de engelse benaming voor fuseedwarshelling?

1. KPI
2. Toe-in
3. Caster
4. Camber

Wat is Toe-in?

1. Uitspoor
2. Wielvlucht
3. Positieve sporing
4. Negatieve sporing

Wat is de ingesloten hoek?

1. De hoek tussen camber en KPI
2. De hoek tussen rijlijn en hartlijn
3. de hoek tussen Toe-in en Toe-out
4. Het kruispunt van caster en camembert

Wat is de offset?

1. De hoek tussen A kwadraat en B kwadraat
2. De hoek tussen hartlijn en rijlijn
3. Het kruispunt tussen de ideale rijlijn en de werkelijke lijn
4. de dynamische wielgeometrie

Welke lijnen bepalen de schuurstraal?

1. Hartlijn wiel en fuseedwarshelling
2. Hartlijn wiel en Camber
3. Loodlijn wiel en fuseelangshelling
4. Camembert en KPI